Toen we OmniGraffle voor de eerste keer naar de iPad brachten, wisten we dat we onze grenzen moesten verleggen voor het gebruik van bewegingen in iOS. OmniGraffle heeft vanzelfsprekend alle basisbewegingen die gebruikers ondertussen verwachten van een iOS-app. Zaken zoals tikken om te selecteren of samen te knijpen om in of uit te zoomen op het canvas. Deze bewegingen zijn al in onze hersenen genesteld en ze vormen een soort van tweede aard van zaken die we doen én verwachten, zonder erbij na te denken.
OmniGraffle voor iOS verbergt echter een verfijnde en extreem krachtige laag aangepaste bewegingen. Bewegingen zoals voor het schakelen tussen canvassen of lagen, groeperen of degroeperen, ja, zelfs voor het converteren van tekstobjecten in labels op het canvas en om ze te ontkoppelen.
In dit hoofdstuk maakt u kennis met alle bewegingen die we in OmniGraffle 2 voor iOS hebben gebouwd. Er zijn meer dan 20 bewegingen in totaal. Ga dus even zitten met uw iPad of iPhone (ja hoor, OmniGraffle is nu universeel voor iOS!) en houdt u klaar om enkele uit te proberen.
Essentiële bewegingsconcepten
De vaakst gebruikte standaardbeweging is een eenvoudige tik. Op de tweede plaats komt tikken en vasthouden. Wanneer u echter tikt op een object of een canvas en dit vasthoudt, start u wat bekend is als een secundaire beweging. Het is net alsof u op uw Mac op de Command-toets drukt om een sneltoets te starten. De volgende toets waarop u drukt, start de actie van een menuonderdeel, zoals Command-C om te kopiëren of Command-V om te plakken.
De vinger waarmee u tikt en vasthoudt, noemen we uw primaire vinger omdat deze alle verdere acties start. Telkens wanneer u de volgende afbeelding in dit hoofdstuk zit, verwijst het naar een beweging voor tikken en vasthouden:
Secundaire bewegingen voor een object
Gebruik deze secundaire bewegingen nadat u met de primaire vinger hebt getikt en vastgehouden:
Vegen met één vinger: Het object langs het subraster schuiven.
Met twee vingers omhoog of omlaag slepen: Naar voor of achter verplaatsen in de stapel objecten.
Op een ander object tikken: Dat object toevoegen aan of verwijderen uit de selectie. Dit is handig als u meerdere, niet-opeenvolgende objecten moet selecteren op het canvas.
Op het canvas tikken met twee vingers: Dupliceren
Tijdens het slepen een vinger toevoegen aan een andere vorm: Uitlijningshulplijnen gaan vanaf het tweede object zodat u het gesleepte object kunt uitlijnen op die vorm.
Tijdens het slepen op een willekeurige plaats een vinger toevoegen: Omgekeerd wisselen tussen rasters
Secundaire bewegingen voor het canvas
Gebruik deze secundaire bewegingen wanneer u interactief werkt met het canvas:
Met één vinger omhoog of omlaag vegen: Schakelen tussen canvassen. Het document moet meer dan één canvas hebben.
Met twee vingers tikken: Het gekopieerde object wordt geplakt waar de twee vingers het scherm raken.
Slepen: sleep om meerdere objecten op het canvas te selecteren.
Algemene regels voor bewegingen
Net als met alles in het leven, zijn er enkele basisregels van toepassing voor het gebruik van bewegingen in OmniGraffle:
Zodra de secundaire bewegingen zijn ingeschakeld, blijven ze ingeschakeld zolang uw primaire vinger blijft liggen.
Wanneer u tikt en houdt (op een object of op het canvas), is er een lichte vertraging (ongeveer 300 milliseconden) vanaf het ogenblik waarop OmniGraffle herkent dat u vasthoudt voordat u een secundaire beweging kunt maken.
Als u tikt en houdt (op een object of op het canvas) en die vinger vervolgens optilt zonder een secundaire beweging te maken, verschijnt een contextmenu.
Basisbewegingen
In sommige gevallen kunnen de meest gewone bewegingen, zoals tikken, bijzonder krachtig zijn. In OmniGraffle kunt u met tikken objecten selecteren en deselecteren (afhankelijk van de plaats waar u tikt).
En u denkt nu beslist "Hoe kan het selecteren van een object nu krachtig zijn?”. Het gaat er niet zozeer om wat u op dat exacte moment doet met hetgeen u hebt geselecteerd, maar om wat er volgt waardoor een glimlach op uw gezicht verschijnt of waardoor u veel tijd kunt sparen. Hoe het ook afloopt, die glimlach komt er.
Dit gedeelte geeft uitleg over de werking van enkele meer "bekende" iOS-bewegingen wanneer ze worden gebruikt met OmniGraffle.
Een object selecteren
Tik op het object. Wanneer u dat doet, wordt het object blauw gemarkeerd en zijn er controlepunten beschikbaar.
Meerdere objecten selecteren
Als u meerdere objecten op het canvas moet selecteren, zijn er verschillende bewegingen die u kunt gebruiken:
Sleep-selecteer
Tik op het canvas en sleep uw vinger om de objecten die u wilt selecteren te markeren.
Deze methode wordt het best gebruikt wanneer u meerdere objecten die dicht bij elkaar liggen, moet selecteren.
Multi-selectie
Tik en houd om het eerste object te selecteren.
Gebruik een andere vinger (van dezelfde of uw andere hand) en tik om extra objecten te selecteren.
Deze methode wordt het best gebruikt wanneer u verschillende objecten op het canvas die niet direct naast elkaar liggen, moet selecteren.
De selectie van een object opheffen
Om de selectie van gemarkeerde objecten op het canvas op te heffen, tikt u op een willekeurige plaats op het canvas dat geen ander object bevat.
Een object verplaatsen op het canvas
Als u een object op het canvas hebt dat u naar een andere locatie wilt verplaatsen, gebruikt u een van de volgende methoden:
Tik om het object te selecteren en naar de gewenste plaats te slepen. Gebruik de uitlijningshulplijnen om objecten op elkaar uit te lijnen.
Voor een nauwkeurige controle over de positie van een object, tikt u om het object te selecteren en opent u vervolgens het infovenster Geometrie. Gebruik daar de meters x/yPositie om het object te verplaatsen.
Knijpbewegingen voor het inzoomen op het canvas
De knijpbeweging wordt gebruikt voor het in- en uitzoomen op het canvas. Wilt u iets van dichterbij bekijken? Spreid dan uw duim en wijsvinger open. Wilt u uitzoomen en uw afbeelding in al zijn glorie bewonderen? Knijp uw duim en wijsvinger naar elkaar toe om de volledige afbeelding weer te geven.
Knijpen om in te zoomen
Knijpen om uit te zoomen
Opmerking U kunt ook de bewegingen Knijp om in en uit te zoomen gebruiken in OmniGraffle voor Mac. Hiervoor moet u eerst het gebruik van Multi-Touch-trackpadbewegingen inschakelen in de voorkeuren van OmniGraffle.
Vorm of canvas inzoomen volgens het scherm
Om in te zoomen op een object of het canvas dubbeltikt u met twee vingers op het gewenste object of canvas:
De grootte van een object wijzigen
Volg deze stappen om de grootte van een object te wijzigen:
Tik en sleep een objecthandgreep.
Om de grootte van een object verhoudingsgewijs te wijzigen, tikt en sleept u een handgreep maar volgt u de blauwe stippellijn om de schaal van het object te wijzigen.
Een object langs een raster verplaatsen
Volg deze stappen als u een object hebt dat u nauwkeurig wilt uitlijnen langs een raster in uw tekening:
Druk op een object tot het lichtblauwe vak verschijnt rond het object.
Houd een andere vinger op het canvas. Zorg dat u niet op hetzelfde of een ander object op het canvas drukt of het vasthoudt.
Verplaats het object met de eerste vinger. Het object bevat nu een reeks gekruiste rasterlijnen die aangeeft dat het object in bepaalde stappen in plaats van vrij wordt verplaatst langs een onzichtbaar raster.
Objecten porren
In sommige gevallen wilt u een object slechts een klein beetje verplaatsen, het op zijn plaats porren.
Tik en houd een object vast
Veeg met een tweede vinger omhoog, omlaag, naar links of rechts om het object in die richting te porren (geporde objecten volgen de rasterinstellingen).
Een object naar voor of achter verplaatsen
Wanneer u objecten op dezelfde laag stapelt, kunt u deze bewegingen gebruiken om snel een geselecteerd object naar voor of achter op een laagstapel te verplaatsen.
Als u met twee vingers omhoog of omlaag veegt, ziet u een bericht net onder de knoppenbalk die aangeeft of het object naar voor of achter is verplaatst.
Een object in een stapel objecten naar voor brengen:
Tik en houd een object vast met één vinger
Veeg omhoog met twee vingers om het object achter alle andere objecten op dezelfde laag te plaatsen.
Een object in een stapel objecten naar achter brengen:
Tik en houd een object vast met één vinger
Veeg omlaag met twee vingers om het object achter alle andere objecten op dezelfde laag te plaatsen.
Het contextmenu van een object openen
Het contextmenu biedt u snel toegang tot een reeks standaard bewerkingsfuncties, zoals Knip, Kopieer, Plak en meer.
Tik eenmaal op het object
Houd het object een tweetal seconden vast en laat het dan los. Het contextmenu verschijnt boven het object.
Als u uw vinger van het object neemt, verschijnt een contextmenu direct boven het object dat u hebt geselecteerd:
Als u op de pijl aan de rechterrand van het contextmenu tikt, vindt u nog meer opties voor het werken met objecten:
Een object kopiëren en plakken (de eenvoudige manier)
U kunt natuurlijke het contextmenu van een object openen, op Kopieer tikken, op een andere plaats op het canvas tikken en Plak kiezen in een ander contextmenu, maar is dat niet erg veel werk voor een relatief eenvoudige actie?
Dit is een eenvoudige manier om objecten op het canvas te kopiëren en te plakken.
Tik en houd het object dat u wilt dupliceren
Tik met twee vingers van uw andere hand op de plaats waar u het gekopieerde object wilt plakken.
Let op het kleine bericht Dupliceer dat even op het scherm verschijnt nadat u het object hebt geplakt.
Verplaatsen op het canvas
Met een onbeperkt canvas en de mogelijkheid om nauwgezet in te zoomen op objecten, zult u wellicht het canvas moeten kunnen verplaatsen om door te gaan met uw werk of om iets anders dat buiten het scherm staat, te zien.
U hoeft alleen te vegen in de richting waarin u het canvas wilt verplaatsen.
Schakelen tussen canvassen
Deze beweging is handig als u een document hebt met meerdere canvassen, vooral wanneer u objectacties tussen canvassen instelt.
Druk en houd op het canvas.
Veeg omhoog of omlaag door de verschillende canvassen in uw document.
Wanneer u schakelt tussen canvassen, plaatst OmniGraffle een kleine melding op het scherm om u te laten weten wanneer u naar het Vorig canvas of Volgend canvas bent geschakeld.
De zijbalk Canvassen verbergen en weergeven (alleen iPad en iPhone 6 Plus)
Wanneer u de zijbalk wilt verbergen of weergeven, veegt u naar binnen vanaf de linkerzijde van het scherm om de zijbalk te verbergen en weer te geven.
Dezelfde beweging (naar binnen vegen vanaf links) voert beide acties uit.
Opmerking Deze beweging werkt alleen op iPhone 6 Plus wanneer het apparaat in liggende stand is (d.w.z. gedraaid zodat het scherm breder is in plaats van groter). Op de iPad werkt de beweging zowel in liggende als staande stand. Op kleinere schermen moet u op tikken om de zijbalk Canvassen te verbergen of weer te geven.
Bewegingen voor het werken met lijnen en labels
Onder de sterke punten van OmniGraffle horen de ingebouwde gereedschappen voor het maken van organisatie- en stroomschema's. Als u een complex stroomschema maakt, moet u objecten kunnen verbinden met lijnen en, bij gelegenheid, tekstlabels plaats op de verbindingslijnen.
OmniGraffle heeft enkele bijzonder unieke bewegingen die uitsluitend bedoeld zijn om te werken met lijnen en labels.
Twee objecten verbinden met een lijn
OmniGraffle is fantastisch voor het maken van zaken zoals organisatie- en workflowschema's. U kunt objecten in verschillende vormen maken om lagen in uw organisatie of stappen in een proces aan te duiden. Het belangrijkste voor het maken van nuttige grafieken en diagrammen, is de mogelijkheid om objecten te verbinden met lijnen. Hiervoor gaat u als volgt te werk:
Teken twee objecten op het canvas
Kies het lijngereedschap:
Tik en sleep van het ene object naar het andere om ze te verbinden met een lijn.
Tekstlabels toevoegen aan zaken
Dubbeltik op het item waaraan u het label wilt toevoegen. Bijvoorbeeld:
Dubbeltik op een object om een label binnen het object toe te voegen
Dubbeltik op een lijn om een label toe te voegen aan de lijn
Dubbeltik op het canvas om een tekstlabel toe te voegen op het canvas
Tekstobjecten converteren naar lijnlabels
Als u een tekstlabel hebt op het canvas waarvan u denkt dat het beter zou werken als lijnlabel, tonen wij hier u dat gemakkelijk kunt doen:
Tik en houd het tekstobject vast.
Tik op de lijn en het tekstobject wordt verplaatst van zijn huidige locatie op het canvas en wordt het label van die lijn.
Een lijnlabel losmaken van een lijn
Als u een tekstlabel hebt dat beter werkt dan een lijnlabel op het canvas, geven wij u ook hiervoor een eenvoudige werkwijze:
Tik en houd het tekstlabel vast.
Tik op een willekeurige plaats op het canvas.
Het label ziet er nog steeds uit alsof het aan de lijn is bevestigd, maar u kunt tikken op het tekstobject en het naar een andere locatie slepen of volledig verwijderen.
Objecten draaien
U kunt wel het infovenster Geometrie gebruiken om een object te draaien, maar het gaat allemaal veel sneller als u de met twee vingers een draaibeweging maakt:
Raak het object aan met twee vingers. Boven het object verschijnt een vak dat zijn huidige draaihoek aangeeft.
Draai met een of twee vingers om het object te draaien.
Terwijl u met uw vingers draait, roteert het object op het canvas terwijl de hoekindicator wordt bijgewerkt om u de huidige hoek te tonen.
Opmerking Deze beweging werkt ook in in OmniGraffle 6 voor Mac.
Bewegingen voor het tekenen
OmniGraffle is overladen met tekengereedschappen. Naast het tekenen van vormen, kunt u ook vormen met Bézier-curven tekenen en combineren, een gradiënt- of transparante vulling toepassen op objecten en meer.
Met al deze bewegingen moet u eerst op een van de tekengereedschappen tikken: , of .
Vormen tekenen
Vormen zijn de fundamentele bouwblokken voor de zaken die u in OmniGraffle maakt. U kunt bijvoorbeeld een eenvoudige cirkel nemen, de punten ervan bewerken en de Bézier-curven tweaken om heel wat verschillende zaken te maken.
Volg deze stappen om een vorm op het canvas te tekenen:
Tik in de knoppenbalk onderaan op het scherm om het vormgereedschap te selecteren
Na het selecteren van het vormgereedschap, wordt het gereedschap Vormselectie beschikbaar onder het canvas. Tik hierop om het vormgereedschap te openen.
U kunt kiezen uit een van de vormen die momenteel op het canvas staan of uit een van uw favorieten. U kunt ook op Aangepaste stijl tikken om te kiezen uit een reeks vormen die we in OmniGraffle hebben gebouw. Tik in dit geval op Aangepaste stijl om te zien wat er beschikbaar is:
Kies de gewenste vorm die u wilt tekenen op het canvas:
Tik en sleep tot slot uw vinger op het canvas om de vorm te tekenen:
Een vorm met de vrije hand tekenen
Wanneer u werkt aan een origineel kunststuk, is het mogelijk dat u niet voldoende hebt aan de vooraf opgemaakt vormen. U hebt iets ... origineels nodig.
Tik in de knoppenbalk op het Vrije hand-gereedschap om het te activeren:
Als u op het vrije hand-selectiegereedschap tikt, kunt u kiezen uit een standaardset favoriete stijlen. U kunt ook op Aangepaste stijl tikken om Vulling en Streep aan te passen:
Het laatste dat u mogelijk doet voordat u begint te tekenen, is het uitschakelen van Accepteer verbindingen voor de objecten die u tekent. Dit maakt het voor u gemakkelijker om te tekenen zonder dat lijnen andere objecten op het canvas proberen te verbinden.
Wanneer Vulling en Streep zijn ingesteld volgens uw voorkeur, kunt u eindelijk beginnen tekenen. De volgende afbeelding bestaat uit slechts twee vormen: het stigma en één bloemblad. Zodra het bloemblad de gewenste vorm had, werd het meerdere keren gekopieerd en geplakt, gedraaid en vervolgens werd elk blad naar voor of achter verplaatst in de objectstapel.
Zie Basis tekenen verder in deze handleiding voor meer informatie over tekenen in OmniGraffle. Raadpleeg in dat hoofdstuk ook het gedeelte Werken met Bézier-curven.