Chapter 1

Welkom bij OmniGraffle 2.2 voor iOS.

Inderdaad, u hoort het goed! We zeiden OmniGraffle 2.2 voor iOS! Sinds we elkaar het laatst ontmoetten, zijn uw vrienden bij de Omni Group druk in de weer geweest om universele versies te bieden voor al onze apps. Als u een iPhone, iPad, iPad mini of iPod touch (5e generatie) met iOS 8 of hoger hebt, is uw dag net eindeloos beter geworden.

OmniGraffle 2.2 voor iOS zoals weergegeven op een iPad Air 2 en iPhone 6

Wanneer Apple de iPhone 6 en iPhone 6 Plus lanceerde, wisten we dat het eindelijk tijd was om al onze iOS-apps over te brengen naar de grotere iPhone-schermen. OmniGraffle 2.2 voor iOS werd geoptimaliseerd voor iOS 8 en bevat een massa nieuwe en leuke verrassingen, inclusief:

  • Puntwijzigingsgereedschappen— We hebben een nieuwe set gereedschappen toegevoegd waarmee u de punten van een vorm kunt wijzigen. Om de puntwijzigingsgereedschappen te gebruiken, selecteert u eerst een vorm of lijn op het canvas en tikt u vervolgens in de knoppenbalk onderaan op puntwijzigingsgereedschap. Hierdoor wordt het veel gemakkelijker bestaande punten te slepen, punten toe te voegen en punten te verwijderen van een object.
  • De loep— Hoewel u misschien geneigd zult zijn te denken dat dit iets te maken heeft met de hoofdcampus van Apple (of de blog van een gebaarde man), denkt u misschien beter nog eens. Het vergrootglas verschijnt onder uw vinger zodra u het scherm van uw iOS-apparaat aanraakt. Gebruik dit nieuwe gereedschappen voor het uitlijnen van objecten of het verbinden van lijnen met een pixelperfecte precisie.
  • Opvuleffecten en filters— We hebben de Opvuleffecten en filters van OmniGraffle 6.1 voor Mac overgebracht naar OmniGraffle 2.2 voor iOS.

Opmerking
Voor een lijst van alle wijzigingen die we in OmniGraffle voor iOS hebben aangebracht, moet u de Versiegegevens lezen. Tik hiervoor in de knoppenbalk op het tandwielpictogram in de knoppenbalk en kies Versiegegevens in de lijst met opties.

En tot slot vindt u hier een nieuwe plek in de Omni-familie: Stenciltown. Stenciltown is de plaats waar u veilig nieuwe figuren voor gebruik met OmniGraffle kunt zoeken en downloaden.

Met liefde gemaakt,

De Omni Group

Structuur van deze documentatie

De prachtige handleiding die u voor u hebt (in OmniGraffle zelf, online of in iBooks op uw Mac of iOS-apparaat, of beide) werd zo samengesteld, dat u over een complete rondleiding van OmniGraffle beschikt.

U begint met een overzicht van de OmniGraffle-interface. Sla dit hoofdstuk niet over want hier vindt u heel wat belangrijke informatie en leuke details over OmniGraffle die u anders zou missen. En als u toch beslist om dit hoofdstuk over te slaan en u zich op een later punt afvraagt "Hé, waarvoor dient dit dingetje nou?", kunt u nog altijd terugkeren om te ontdekken waar het allemaal om gaat.

Hieronder vindt u een lijst van alle hoofdstukken in dit boek. Zo vindt u nog beter uw weg doorheen de documentatie en kunt u nog beter alles wat u moet weten over OmniGraffle, leren.

Hoofdstuk 1, Werken in de cloud
Met OmniGraffle v2.2 hebben we het aantal mogelijkheden voor het opslaan van bestanden in de cloud uitgebreid. Naast onze eigen OmniPresence-synchronisatieservice, proberen we iets nieuws in BETA voor versie 2.2: Leveranciers van cloudopslag.

Deze nieuwe service is iets waar velen naar hebben gevraagd met de mogelijkheid om bestanden op te slaan op andere services, zoals Box, Dropbox, Google Drive, OneDrive en andere. Het is niet perfect. Daarom noemen we dit een BETA-functie. Omdat we weten dat er veel vraag is, willen we u hier de mogelijkheid geven het uit te proberen.

In het eerste hoofdstuk geven we uitleg bij het instellen van een cloud-account in OmniGraffle, bespreken we hoe u optimale prestaties uit Omni Sync Server kunt halen en tonen we u hoe u bestanden kunt inschakelen en opslaan met andere leveranciers van cloudopslag.

Hoofdstuk 2, De documentbrowser gebruiken
Omdat OmniGraffle een op documenten gebaseerde toepassing is, hebt u een manier nodig om de documenten op uw apparaten te beheren. Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de documentbrowser die u gebruikt voor het beheer van de bestanden die u in OmniGraffle maakt.
Hoofdstuk 3, De talrijke bewegingen van OmniGraffle voor iOS
OmniGraffle verbergt een verfijnde en extreem krachtige laag aangepaste bewegingen. Bewegingen zoals voor het schakelen tussen canvassen of lagen, groeperen of degroeperen, ja, zelfs voor het converteren van tekstobjecten in labels op het canvas en om ze te ontkoppelen. In dit hoofdstuk maakt u kennis met alle bewegingen die we in OmniGraffle 2 voor iOS hebben gebouwd.
Hoofdstuk 4, OmniGraffle gebruiken op iOS
In het eerste hoofdstuk vliegen we er meteen in en krijgt u een compleet overzicht van de OmniGraffle-gebruikersinterface. Hier leert u meer over de verschillen in het gebruik van OmniGraffle op iOS-apparaten met een groot of klein scherm en krijgt u een beter inzicht in alle gereedschappen die voor u beschikbaar zijn. We gaan nog niet te diep in op elk detail, maar geven vooral basisinformatie zodat u meteen aan de slag kunt.
Hoofdstuk 5, De infovensters gebruiken
Zodra u meer hebt geleerd over de gereedschappen, kunt u de infovensters gebruiken om de zaken die u hebt getekend, te bestuderen en hun eigenschappen te wijzigen. In hoofdstuk 3 worden ook de figuren die in OmniGraffle zijn ingebouwd, onderzocht en maakt u kennis met Stenciltown.
Hoofdstuk 6, Basis tekenen
Hier leert u enkele standaard werkwijzen voor het tekenen en aanmaken van objecten op het canvas. U leert hoe u vormen kunt maken, selecteren, hun grootte wijzigen en verplaatsen, hoe u objecten kunt groeperen en groepen kunt opheffen, hoe u objecten kunt verbinden met lijnen (inclusief het aanpassen van verbindingslijnen en eindpunten) en hoe u kleur aan uw objecten kunt toevoegen via het infovenster Vulling.
Hoofdstuk 7, Hulp krijgen
U hoeft zich niet te schamen als u toegeeft dat u hulp nodig hebt. Daar zijn we trouwens voor. Als u ooit ergens vast komt te zitten tijdens het werken in OmniGraffle, als u een probleem hebt met de licentie van de app of als u gewoon de mensen van ons ondersteuningsteam en de "DocWranglers" wilt laten weten hoe fantastisch u hun werk wel vindt, kunt u altijd contact opnemen. Dit hoofdstuk wijst u op alle middelen die we voor u beschikbaar hebben: mensen bij de ondersteuningsdienst, ondersteuningsartikels, video's en documentatie.

Dit boek gebruiken

Een fantastisch pluspunt om te beschikken over een digitale versie van de documentatie van OmniGraffle, is dat u deze altijd bij de hand hebt wanneer dat nodig is. We hebben alle documentatie op onze website geplaatst. U kunt de benodigde informatie niet alleen zoeken maar ook voorzien van een bladwijzer. En we zetten ook de lopende trend verder om EPUB-versies te maken van de documentatie. Deze is gratis beschikbaar in de iBooks Store.

Nieuwe functies in OmniGraffle 2 voor iOS

OmniGraffle 2-toepassingspictogramOmniGraffle 2 heeft nieuwe en opnieuw ontworpen functies om graffling en tekenen nog gemakkelijker te maken. Als u al langer gebruiker bent van OmniGraffle, zal het niet lang duren voordat u enkele wijzigingen opmerkt.

Sommige nieuwe functies die u zult vinden in OmniGraffle 2 bevatten (maar zijn zeker niet beperkt tot):

  • In-app aankoop— Verschillende Pro-functies, zoals Visio®-ondersteuning, vormcombinaties, tabellen en meer werden verplaatst naar een in-app aankooppakket.
  • Figuren zoeken— U kunt nu door gebruikers ingediende figuren zoeken in uw eigen opslagruimte: Stenciltown.
  • Gebruikersinterface— Er zijn veranderingen aangebracht aan de interface om OmniGraffle aan te passen aan iOS 8. Er is een nieuwe zijbalk Canvassen toegevoegd en u hebt nu de mogelijkheid de interfacebedieningselementen volledig te verbergen.
  • Vormcombinaties (Pro)— Combineer twee of meer objecten op het canvas om aangepaste vormen te maken. (Dit is inbegrepen in de in-app aankoop van de Pro-versie.)
  • Visio-ondersteuning (Pro)— Importeren en exporteren van afbeeldingen en diagrammen voor Microsoft® Visio®, inclusief Visio 2013. (Dit is inbegrepen bij de Pro in-app aankoop.)
  • OmniOutliner-ondersteuning— Ondersteuning van importeren en exporteren voor OmniOutliner-bestanden.
  • Infovensters— Nieuwe vul, streep- en schaduwstijlen toegevoegd.
  • AirDrop— Deel bestanden probleemloos via AirDrop tussen iOS 8- and OS X-clients.
  • Tekengereedschappen— Bewerk hoekpunten op vormen met Vrije hand-gereedschap en converteer ze naar Bézier-punten.
  • Sjablonen— Wanneer u een nieuw document maakt, krijgt u een lijst met beschikbare sjablonen voorgeschoteld waarmee u aan de slag kunt. Vorm een bestaand document probleemloos om tot een sjabloon of maak een compleet nieuwe sjabloon.
  • Mappen— Hebt u veel afbeeldingen en diagrammen op uw iPad? Dan kunt u ze ordenen in mappen. Als u daarnaast ook synchroniseert met OmniPresence, zijn dezelfde mappen en bestanden zichtbaar op uw Mac.

Deze nieuwe functies, gecombineerd met de bestandssynchronisatie met OmniPresence en Omni Sync Server, maken dat deze ongelooflijke update bijna goed is voor een volledige versie.

Extra functies in de Pro-versie

OmniGraffle 2 Pro, verkrijgbaar via de in-app aankoop, bevat talrijke geavanceerde functies die niet iedereen nodig heeft. De functies van OmniGraffle 2 Pro omvatten:

  • Acties!—Als u OmniGraffle Pro op de Mac hebt gebruikt, is het goed mogelijk dat u Acties hebt gebruikt voor het activeren van interacties tussen objecten op het canvas. We hebben Acties nu ook overgebracht naar OmniGraffle Pro voor iOS, zodat u een prototype kunt maken van uw idee over die specifieke app of website.
  • We hebben de Opvuleffecten en filters van OmniGraffle 6.1 voor Mac overgebracht naar OmniGraffle 2.2 voor iOS.
  • Hoekpuntgeometrie
  • Voorkeuren notities knopinfo
  • Zoomopties canvas
  • Lagen delen tussen canvassen
  • Vormen combineren
  • Notities en aangepaste gegevens toevoegen
  • Tabellen maken
  • Ondersteuning subdiagram
  • Visio®-ondersteuning

In deze volledige handleiding zullen wij in een klein vak zoals dit, de aandacht vragen voor functies die exclusief zijn voor OmniGraffle 2 Pro. Alle overige functies zijn beschikbaar in zowel de Standaard als de Pro-edities van OmniGraffle.

Vertel ons wat u denkt

We werken voortdurende aan updates voor onze documentatie. We proberen altijd onze documentatie beter en nuttiger te maken voor u, of het nu om CSS-werk gaat, het corrigeren van een occasionele typfout (inderdaad, soms ontsnapt er wel een foutje aan onze aandacht), of het toevoegen van details of toelichtingen bij een specifieke functie op basis van iets dat ons door een klant werd gemeld.

Stuur ons gerust eventuele specifieke opmerkingen die u hebt over de documentatie. U kunt ons een e-mail sturen via onze wachtrij Ondersteuning of ons pingen op Twitter, waar je ons vindt onder @OmniWranglers.

Tot slot willen wij u danken dat u de tijd hebt genomen om de documentatie door te lezen.

Chapter 2

Werken in de cloud

OmniGraffle slaat bestanden standaard lokaal op uw iOS-apparaat op. Zoals vermeld in Bestanden beheren met de documentbrowser, worden uw bestanden opgeslagen in de map Lokale documenten op het apparaat. Maar nu OmniGraffle werkt op iOS-apparaten, kunt u overwegen om uw bestanden in de cloud op te slaan. Wanneer u dat doet, zijn uw bestanden toegankelijk op uw iPad, iPhone, iPod touch (5e generatie of later) en ook op uw Mac als u daar ook OmniGraffle gebruikt.

U kunt zoveel cloud-accounts toevoegen als u wilt. U kunt bijvoorbeeld cloud-accounts toevoegen voor persoonlijk of werkgebruik, een voor groepen toegankelijke account toevoegen voor uw UX-team... eigenlijk nagenoeg alles wat u nodig hebt. De enige echte beperking is de hoeveelheid beschikbare opslagruimte op elk apparaat.

Dit hoofdstuk opent de clouds door u te tonen hoe u een account kunt maken en met Omni Sync Server kunt verbinden via de ingebouwde OmniPresence van OmniGraffle. Hier leert u hoe uw verbinding kunt maken met andere leveranciers van cloudopslag via een nieuwe BETA-service waarmee u kunt verbinden met iCloud Drive, Box, Dropbox en meer.

Wat betekent werken in de cloud?

Werken in de cloud klinkt cool en futuristisch, maar in werkelijkheid betekent het dat uw bestanden ergens veilig worden opgeslagen met kopieën van de bestanden die lokaal op uw iOS-apparaat zijn opgeslagen.

Telkens wanneer u een bestand wijzigt, wordt het bestand in de cloud bijgewerkt wanneer OmniGraffle de volgende synchronisatiebewerking uitvoert. Hierbij wordt er vanzelfsprekende van uit gegaan dat uw iOS-apparaat met internet is verbonden. Als dat niet het geval is, worden die wijzigingen gesynchroniseerd wanneer u de volgende keer verbinding maakt.

Een ander voordeel van het opslaan van bestanden in de cloud is, dat uw documenten veilig op de server van uw cloudleverancier staan in het geval u uw iOS-apparaat verliest of ergens verkeerd hebt gelegd. Om toegang te krijgen tot uw bestanden, hoeft u zich alleen aan te melden bij uw cloudaccount, uw wachtwoord te wijzigen, de bestanden met uw nieuwe iPhone of iPad te synchroniseren en u bent meteen weer klaar om aan de slag te gaan.

Opmerking
Uw bestanden zijn natuurlijk maar zo veilig als de sterkte van uw wachtwoord. En dit omvat het gebruik van een toegangscode (en/of Touch ID) op uw iOS-apparaat. Gebruik geen eenvoudig, van het woordenboek afgeleid woordenboek of iets dat iedereen gemakkelijk kan raden, zoals de naam van uw hond die, samen met zijn foto's, overal op Instagram en Facebook te vinden zijn.

Kies een sterk wachtwoord—of kijk naar ander iOS- en Mac-apps zoals 1Password en de ingebouwde wachtwoordgenerator. Zo helpt u uw cloudaccount veilig te houden. Als uw cloud een tweestaps verificatie biedt, raden wij u aan deze eveneens te gebruiken als aanvullende maatregel.

En terwijl de meeste cloudservices (inclusief Omni Sync Server) back-ups onderhouden, moet u er niet op rekenen dat uw cloudleverancier u meteen zal kunnen helpen in geval van nood. Omdat u uw bestanden in de cloud opslaat, betekent nog niet dat u geen back-up meer hoeft te maken van uw bestanden. U moet absoluut back-ups bijhouden van al uw zaken! Zorg dat u regelmatig een back-up maakt van uw iOS-apparaat (op iCloud of op uw Mac) en stel ook voor uw Mac een regelmatige back-upplanning op.

Synchroniseren met OmniPresence

We starten onze reis door de "clouds" (wolken) via de weg die het minste weerstand biedt: OmniPresence. We hebben OmniPresence vanaf de basis opgebouwd als een oplossing voor onze gebruikers voor het opslaan van bestanden in de cloud. U hebt twee opties voor de opslag:

  • Omni Sync Server, een bank van servers die wij onderhouden zodat u bestanden in de cloud kunt opslaan. OmniPresence is ingebouwd in onze iOS-apps (er is ook een desktop-app voor uw Mac), zodat u niets extra hoeft te downloaden. U hoeft zich alleen gratis in te schrijven voor een gratis Omni Sync Server-account.
  • WebDAV-connectiviteit is een haak die we in OmniPresence bieden zodat gebruikers die hun eigen server willen onderhouden, bestanden kunnen opslaan en synchroniseren. U kunt verbinden met uw eigen WebDAV-server, een service van derden die u vertrouwt of u kunt zelfs een WebDAV-service op uw lokaal netwerk instellen met WebDAVNav Server.

Nu u weet welke paden u kunt kiezen voor het gebruik van OmniPresence, tonen wij u hoe u ze kunt instellen in OmniGraffle.

Een Omni Sync Server-account toevoegen

Als van plan bent Omni Sync Server te gebruiken met OmniGraffle, moet u een gratis account instellen als u dat nog niet hebt gedaan. U kunt een gratis Omni Sync Server-account online maken op:

sync.omnigroup.com

Ga gewoon naar die pagina, voer uw e-mailadres in en klik op Sign Up (Schrijf in). Wij zullen u een e-mail sturen met instructies over het instellen van uw Omni Sync Server-account.

Tip
Wanneer u uw Omni Sync Server-account instelt, mag u niet vergeten om een sterk wachtwoord in te stellen. U wilt toch niet dat die misdadige SkrYpt K1dD0z3 in uw bestanden inbreekt?

Wanneer alles in gereedheid is om aan de slag te gaan met uw Omni Sync Server-account, keert u terug naar het scherm Locaties in OmniGraffle en volgt u mee.

Verbinden met Omni Sync Server met OmniPresence

Als u een Omni Sync Server-account hebt, volg dan deze stappen om een Cloud-account te configureren:

  1. Om de synchronisatie met Omni Sync Server te starten, begint u op het scherm Locaties en tikt u op Voeg OmniPresence-account toe.
    Tik op Voeg een Cloud-account toe.
  2. Kies vervolgens het type Cloud-account dat u wilt gebruiken. U kunt kiezen tussen Voeg Omni Sync Server-account toe of Voeg WebDAV-server toe. Het verschil tussen de twee is dat wij voor Omni Sync Server als host optreden en deze onderhouden. Anders moet u een WebDAV-server van derden zoeken (of uw eigen server hosten) en hen toestaan de server te onderhouden.

    Tik op Voeg Omni Sync Server-account toe.

    Kies tussen Omni Sync Server en een WebDAV-server
  3. Doe het volgende op het scherm Accountinfo dat verschijnt:

    1. Voer uw Accountnaam in
    2. Voer het Wachtwoord in voor uw account
    3. Voer optioneel een Bijnaam in die moet worden gebruikt als de naam voor uw gesynchroniseerde map.
    4. Tik op Bewaar om te controleren met Omni Sync Server.
    Voer de gegevens in voor uw Omni Sync Server-account

Het volgende bericht dat u ziet is Server wordt getest op compatibiliteit samen met een voortgangsbalk. Als alles ok is, laat OmniGraffle u weten dat de verbinding met de Omni Sync Server gelukt is.

Server wordt getest op compatibiliteit

Wanneer uw gegevens zijn gecontroleerd, wordt u teruggebracht naar het scherm Locaties van OmniGraffle waar u een nieuwe map ziet voor uw gesynchroniseerde bestanden.

Na het synchroniseren verschijnt de map Omni Sync Server op uw startscherm.

Om toegang te krijgen tot de bestanden in een documentmap, tikt u gewoon op de map van uw keuze en vervolgens op het bestand waaraan u wilt werken.

Verbinden met WebDAV-servers met OmniPresence

Volg deze stappen op het scherm Accountinfo dat verschijnt:

  1. Voer de URL voor de Locatie van uw WebDAV-server in
  2. Voer uw Accountnaam in
  3. Voer het Wachtwoord in voor uw account
  4. Voer optioneel een Bijnaam in die moet worden gebruikt als de naam voor uw gesynchroniseerde map.
  5. Tik op Bewaar om te controleren met WebDAV-server.
Voer de gegevens in voor uw WebDAV-account

Net als bij het verbinden met Omni Sync Server, informeert OmniGraffle u dat het de server test op compatibiliteit en verschijnt het scherm Verbonden wanneer de verbinding met de WebDAV-server is gelukt.

Waarschuwing
Wanneer u bestanden en mappen op uw computer blootstelt aan internet (zelfs met strikte wachtwoordbeveiliging), moet u uitgaan van bepaalde risico's. Zorg dat u dit risico begrijpt voordat u een server instelt en zorg dat u uw server up-to-date houdt met de laatste beveiligingspatches. Als u liever niet als host optreedt voor uw eigen server, kunt u aanmelden bij een gratis Omni Sync Server-account of kunt u een andere met standaarden compatibele WebDAV-host te gebruiken voor het synchroniseren van bestanden met OmniGraffle.

OmniPresence bewaken

Wanneer u OmniGraffle hebt geconfigureerd om een bepaald type cloud-account (Omni Sync Server of WebDAV) te gebruiken, ziet u een OmniPresence-pictogram in de knoppenbalk.

OmniPresence-pictogram in de knoppenbalk

Houd dit pictogram in het oog om de synchronisatiestatus van OmniPresence te bewaken:

  • — betekent dat OmniPresence actief is en klaar is om bestanden te synchroniseren met de server.
  • — Betekent dat er momenteel een synchronisatie bezig is.
  • — Betekent dat uw iOS-apparaat geen toegang heeft tot een actieve wifi- of mobiel netwerk.
  • — Betekent dat er een fout is opgetreden tijdens het synchroniseren van bestanden. U kunt dit pictogram zien als iemand anders werkt aan hetzelfde bestand, of als er geen verbinding kan worden gemaakt met de synchronisatieserver die u gebruikt. Probeer opnieuw op het OmniPresence-pictogram te tikken en als u hetzelfde foutpictogram krijgt, neemt dan contact op met onze ondersteuningsdienst voor hulp.

OmniPresence controleert nagenoeg elke minuut bij uw actieve synchronisatieservers en bewaart alle updates die u op de server hebt gemaakt. OmniPresence bewaart ook een versie van uw bestand wanneer u een bestand sluit of van OmniGraffle schakelt naar een andere app op uw apparaat. U kunt ook op elk ogenblik op het OmniPresence-pictogram tikken om een update naar de server te forceren.

Leveranciers van cloudopslag gebruiken BETA

OmniGraffle maakt het u gemakkelijk om bestanden op te slaan in de cloud en ermee te werken. Met de nieuwe BETA-functie die we introduceren met OmniGraffle v2.2, Leveranciers van cloudopslag genoemd, kunt u de zaken die u in OmniGraffle tekent, opslaan naar de cloudservice van uw keuze, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de volgende:

  • Omni Sync Server (via OmniPresence)
  • iCloud Drive
  • Box
  • Dropbox
  • Google Drive
  • OneDrive
  • en meer!

Waarschuwing
Houd ermee rekening dat de mogelijkheid om Leveranciers van cloudopslag te gebruiken een BETA -versie is. In softwaretermen betekent dit dat deze versie niet stabiel of betrouwbaar is. Daarom hebben we deze functie niet standaard ingeschakeld. Raadpleeg het volgende deel als u bereid bent wat risico's te nemen bij het uitproberen van deze nieuwe functie.

Breng ons op de hoogte als u problemen ondervindt bij het openen van OmniGraffle-bestanden die in de cloud zijn opgeslagen. Laat ons weten op welke service uw bestanden zijn opgeslagen en beschrijf zo goed mogelijk wat er is gebeurd.

Leveranciers van cloudopslag inschakelen

Als u de toegang tot Leveranciers voor cloudopslag wilt inschakelen, begint u vanaf het scherm Locaties door te tikken op het tandwielpictogram en tikt u vervolgens op Instellingen:

  1. Tik op Leveranciers voor cloudopslag gebruiken
    Tik op Leveranciers voor cloudopslag gebruiken om door te gaan
  2. Tik op de schakelaar naast Leveranciers van cloudopslag gebruiken om de service in te schakelen
    Lees de tekst onder de schakelaar voordat u de optie Leveranciers van cloudopslag gebruiken inschakelt

De schakelaar wordt groen om u te laten weten dat de service Leveranciers van cloudopslag is ingeschakeld. Tik op Instellingen en vervolgens op Gereed om de vensters te sluiten en terug te keren naar de map Lokale documenten.

De optie Leveranciers van cloudopslag is ingeschakeld

Als u in de knoppenbalk op Locaties tikt, keert u terug naar het scherm Locaties waar u nu een map Overige documenten ziet. Hier kunt u de bestanden die u in de cloud opslaat, openen.

Het scherm Locaties toont nu een map Overige documenten voor het werken in de cloud

Wanneer de optie Leveranciers van cloudopslag is ingeschakeld in OmniGraffle, moet u meer dan één schakelaar instellen als u iCloud Drive van Apple wilt gebruiken. Laten we dat eerst doen.

iCloud Drive gebruiken met OmniGraffle

Voordat u OmniGraffle-bestanden kunt synchroniseren met iCloud Drive of een ander op cloud gebaseerd opslagsysteem, zijn er enkele zaken die u eerst moet doen op uw iOS-apparaat. Gelukkig voor u is OmniPresence in OmniGraffle geïntegreerd zodat u alleen een gratis Omni Sync Server-account nodig hebt (zie Een Omni Sync Server-account toevoegen voor details) en iOS biedt u meteen toegang tot uw iCloud Drive. U hoeft alleen enkele schakelaars te verschuiven en iCloud Drive is klaar voor gebruik.

iCloud Drive inschakelen

Open Instellingen op uw iOS-apparaat en kies dan iCloud ▸ iCloud Drive en controleer of iCloud Drive aan is.

Het scherm Instellingen met iCloud Drive ingeschakeld

In de lijst van apps die iCloud Drive gebruiken, moet u zorgen dat de schakelaar naast OmniGraffle ook op Aan staat. Hierdoor kan OmniGraffle bestanden die op iCloud Drive zijn opgeslagen, openen en opslaan.

Het iCloud Drive-scherm met de lijst van apps die documenten en gegevens opslaan in iCloud

Bestanden in de cloud opslaan

Bestanden "opslaan" in de cloud is eigenlijk niet helemaal correct omschreven, vooral omdat er geen manier is om een nieuw bestand direct aan te maken in de map Overige documenten. In plaats daarvan moet u eerst een document maken in de map Lokale documenten of in een map die u synchroniseert met OmniPresence en het bestand vervolgens exporteren of verplaatsen naar een van de Leveranciers voor cloudopslag.

Laten we veronderstellen dat u een bestand hebt opgeslagen in de map Lokale documenten, maar dat u dit bestand in plaats daarvan in Dropbox wilt opslaan. Ga hiervoor als volgt te werk:

  1. Tik in de werkbalk op Selecteer. Hiermee kunt u bestanden kiezen in een map zodat u er iets mee kunt doen.
  2. Zoek het bestand dat u naar Dropbox wilt verplaatsen en tik er dan op om het te selecteren. Wanneer u het bestand selecteert, verschijnt een blauwe rand rond het bestandspictogram om aan te geven dat het klaar is voor actie.
    Een geselecteerd bestand met een blauwe rand rond het bestandspictogram
  3. Tik in de werkbalk op knop Delen om het menu Delen te openen.
    Het menu Delen
  4. Tik in het menu Delen op Exporteer naar....
  5. Kies de bestandsindeling waarin u het document wilt opslaan. Afhankelijk van uw behoeften kunt u kiezen uit OmniGraffle, PDF, PNG en OmniOutliner.
    Het venster Kies structuur
  6. Tik op Locaties om het menu Leveranciers van cloudopslag te openen en tik vervolgens om Dropbox te kiezen als de opslaglocatie.
    Het menu Locaties
  7. Nadat u de cloudservice hebt gekozen, verandert het venster om u de bestanden en mappen voor uw account op die service te tonen. Kies een opslaglocatie en tik dan onderaan in het venster op Bewaar in....
    Het venster Cloudservice

Wanneer u een bestand exporteert naar een van de Leveranciers voor cloudopslag, blijft het bestand dat u hebt geëxporteerd eveneens op zijn originele locatie. Als u dus een bestand van Lokale documenten hebt geëxporteerd naar Dropbox, bevindt dit bestand zich nu op twee plaatsen. Als u wilt verder werken aan het bestand terwijl het in Dropbox is opgeslagen, wilt u wellicht de kopie die in Lokale documenten is opgeslagen, verwijderen om verwarring te voorkomen.

Openen van en werken met bestanden in de cloud

Net als met bestanden die zijn opgeslagen op Omni Sync Server, kunt u bestanden die zijn opgeslagen op iCloud Drive, bewerken terwijl ze in de cloud aanwezig zijn. U kunt hetzelfde bestand zelfs op meerdere iOS-apparaten (of Mac's) tegelijk openen.

Volg bijvoorbeeld deze stappen om een bestand dat op iCloud Drive staat, te openen:

  1. Tik op het scherm Locaties op Overige documenten.

    Het scherm Locaties met de map Overige documenten weergegeven
  2. Tik in de werkbalk op de knop Voeg toe om een document dat op iCloud Drive (of een andere service) is opgeslagen, toe te voegen aan de map Overige documenten.

    Standaard onthult de bestandskiezer de bestanden die beschikbaar zijn op iCloud Drive. (Als het bestand op een andere cloudservice staat, tikt u op Locaties en tikt u vervolgens om uw cloudleverancier te kiezen.)

    Op het scherm Locaties krijgt u toegang tot bestanden die zijn opgeslagen in de cloud

  3. Zoek het bestand waarop u wilt werken en tik dan om het bestand te kiezen en toe te voegen aan de map Overige documenten op uw apparaat.
    Het bestand van iCloud Drive verschijnt nu in de map Overige documenten op uw apparaat. Tik om het bestand te openen in OmniGraffle
  4. Tik tot slot om het bestand te openen in OmniGraffle.

Wanneer u een bestand dat op iCloud Drive is opgeslagen opent, blijft het bestand op iCloud Drive terwijl u wijzigingen aanbrengt. Wanneer u het bestand sluit (door in de knoppenbalk Documenten te tikken), worden de wijzigingen opgeslagen in het bestand op iCloud Drive.

Bestanden verwijderen uit de map Overige documenten

Wanneer u klaar bent met werken aan uw diagram, tikt u op Documenten in de werkbalk. Hiermee keert u terug naar de map Overige documenten. U moet nu een beslissing nemen: wat moet er gebeuren met de bestanden in de map Overige documenten?

  • Wilt u ze in de map Overige documenten laten?
  • Of wilt u ze van het apparaat verwijderen?

Er is niets verkeerd aan daar enkele bestanden te laten staan, vooral als u nog meer werk hebt aan uw diagram. Bestanden die u toevoegt aan de map Overige documenten zijn schaduwbestanden van het originele bestand in de cloud. De twee zijn gekoppeld met het doel de wijzigingen die u aanbrengt, te synchroniseren met het bestand in de cloud als de "enige ware bron".

U kunt het bestand ook verwijderen uit de map Overige documenten. Als u opnieuw aan het bestand moet werken, kunt u het altijd opnieuw toevoegen aan uw apparaat. Als u het bestand verwijdert uit de map Overige documenten wordt het bestand niet verwijderd van iCloud Drive maar wordt het alleen van het apparaat zelf verwijderd en blijft het veilig opgeslagen in de cloud.

Een bestand verwijderen uit de map Overige documenten:

  1. Tik in de werkbalk op Selecteer.
  2. Tik om de bestanden die u wilt verwijderen, te selecteren.
  3. Tik in de knoppenbalk op Pictogram Verwijder document en tik dan op Verwijder document.

Bestanden die u verwijdert uit de map Overige documenten verdwijnen gewoon en worden niet verplaatst naar een Prullenmandmap. Dit is te wijten aan het feit dat bestanden die aan de map Overige documenten worden toegevoegd, slechts schaduwbestanden (zo genoemd bij gebrek aan een betere term) van de eigenlijke bestanden die in de cloud zijn opgeslagen.

Een Cloud-account verwijderen

Om een account te verwijderen, tikt u op Wijzig. Een verwijderingshandgreep verschijnt links van de accountnaam. Als u op de verwijderingshandgreep tikt, schuift de accountnaam naar links en verschijnt een knop Verwijder aan de rechterrand. Tik hierop om de account te verwijderen.

De verwijderingshandgreep, een rode cirkel met een witte streep erin, verschijnt links van de accountnaam.
Tik op de verwijderingshandgreep om de knop Verwijder naar binnen te schuiven.

Een snellere wijze om dat te doen, veegt u gewoon naar links over de accountnaam om de knop Verwijder weer te geven. Als u van gedachten verandert voordat u de account verwijdert, tikt u op Gereed en verdwijnt de knop Verwijder.

Opmerking
U kunt geen verwijderde account terugzetten met de knop Herstel. Als u een of alle Cloud-accounts verwijdert, moet u deze accounts helemaal opnieuw instellen.

Chapter 3

Bestanden beheren met de documentbrowser

In ontwikkelaarscirkels is OmniGraffle bekend als een zogenaamde op documenten gebaseerde toepassing, wat in "niet-nerd" taal betekent dat "Deze app bestanden maakt en beheert." En als toepassing voor het maken van bestanden moeten we u een manier bieden waarmee u uw bestanden kunt beheren en ordenen. We noemen dit de Documentbrowser.

Opmerking
Als u al bekend bent met het gebruik van een Mac, dan kunt u onze Documentbrowser vergelijken met de Finder. U gebruikt de Documentbrowser voor het ordenen en openen van uw OmniGraffle-documenten.

In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de Documentbrowser van OmniGraffle en ontdekt u hoe u de door u gemaakte bestanden kunt beheren. U leert submappen maken, bestanden verplaatsen tussen de map Lokale documenten en een map in de cloud en bestanden die u niet langer nodig hebt, delen en vernietigen.

Hier gaan we!

Kennismaken met de documentbrowser

Wanneer u OmniGraffle voor de eerste keer opent, wordt het scherm Locaties geopend. Hier hebt u toegang tot al uw documenten. Er is een map Lokale documenten die wij al hebben voorgeladen met wat OmniGraffle-voorbeeldbestanden die u kunt gebruiken als inspiratie voor de documenten die u zult maken.

De map Lokale documenten; tik om te zien wat er in de map zit

Opmerking
Wanneer u een Cloud-account, zoals een gratis Omni Sync Server-account configureert (of verbindt met een WebDAV-service waarop u zich hebt geabonneerd), ziet u ook daarvoor een map. Zie Werken in de cloud voor details over het gebruik van OmniPresence of het verbinden met een andere leverancier van cloudopslag.

Tik op Lokale documenten om te kijken wat er in deze map zit.

De bestanden in de map Lokale documenten.

Als u omlaag veegt terwijl u de inhoud van een map bekijkt, ontdekt u de supergeheime Documentenorganizer. OmniGraffle sorteert standaard uw bestanden op aanmaakdatum en toont alle OmniGraffle-diagrammen in die map. U kunt kiezen om in plaats daarvan op Titel te sorteren of om ook de beschikbare figuren of sjablonen te zien.

Trek omlaag op het scherm om de Documentenorganizer te zoeken

Tik op Toon figuren om de beschikbare figurencollectie die bij OmniGraffle is opgenomen, te zien. Zie Basis tekenen voor een voorbeeld over het gebruik van figuren.

Trek omlaag op het scherm om de Documentenorganizer te zoeken

Tik op Toon sjablonen om de beschikbare sjablonen te zien. Neem wat tijd om door de lijst van sjablonen te bladeren en te kijken welke types documentstijlen beschikbaar zijn voor u. Tik op Toon diagrammen wanneer u klaar bent. Veeg omhoog om de Documentenorganizer te verbergen.

Tik op Toon sjablonen om de beschikbare sjablonen te zien.

Meer doen met uw bestanden

Bij de Documentbrowser gaat het niet alleen om het sorteren van bestanden en het ordenen van sjablonen, maar om zoveel meer! Wanneer u een map hebt gekozen waarin u een nieuw bestand wilt maken of een bestaand bestand wilt openen, zult u merken dat de navigatiebalk bovenaan op het scherm enkele extra opties krijgt.

De verschillende elementen in de navigatiebalk van de Documentbrowser markeren

Laten we deze onderdelen eens van naderbij bekijken:

  1. Locaties: Als u hier tikt, keert u terug in de maphiërarchie waardoor u uiteindelijk terechtkomt op het scherm Locaties.
  2. Huidige map: in het midden van de navigatiebalk ziet u de naam van de huidige map.
  3. Documenttype: zoals u eerder hebt gezien, wordt de Documentenorganizer weergegeven als u in de Documentbrowser omlaag veegt. Als de organizer is ingesteld op Toon opbouwen, is de tekst die hier verschijnt "Opbouwen". Als de organizer is ingesteld op Toon sjablonen, is de tekst hier "Sjablonen".

    Opmerking
    Indien de staande stand is ingesteld op iPhone, verschijnen Huidige map en Documenttype onder de navigatiebalk en boven de bestanden binnen die map.

    Locatie van de naam van Huidige map en Documenttype, zoals getoond op de iPhone
  4. Voeg symbool toe (Nieuw diagram/sjabloon): Tik op de knop met het plusteken om een nieuw diagram, een nieuwe sjabloon of een nieuwe figuur te maken.
  5. Gereedschap (Menu Toepassing): Tik op het gereedschapspictogram dat het toepassingsmenu voorstelt.

    Als u geen upgrade naar OmniGraffle Pro hebt uitgevoerd, ziet u twee extra opties in het menu Toepassing: Probeer de Pro-functies en Upgrade naar Pro. De upgrade naar OmniGraffle Pro is verkrijgbaar via een in-app-aankoop en we hebben de optie Probeer de Pro-functies ingebouwd zodat u OmniGraffle Pro even kunt testen voordat u beslist of u wilt upgraden.

    Het menu Instelling

    Na het upgraden naar OmniGraffle Pro, verandert het menu Toepassing als volgt:

    Het menu Toepassing na het upgraden naar OmniGraffle Pro

    U krijgt ook een leuk berichtje van ons waarin wij u bedanken voor het upgraden naar Pro:

    Bedankt voor het upgraden naar OmniGraffle 2 Pro
    • Over OmniGraffle Over OmniGraffle: Ontdek details over de versie van OmniGraffle die op uw apparaat is geïnstalleerd. Hier vindt u ook de contactgegevens van de Omni Group.
    • Toon of download de Help-documentatie van OmniGraffle OmniGraffle Help: Krijg toegang tot de online help en de EPUB-handleiding voor het gebruik van OmniGraffle.
    • Stuur Omni een e-mail Omni mailen: Tik op dit onderdeel om ons een e-mail te sturen. We laden de onderwerpregel van het bericht vooraf met details over uw versie van OmniGraffle. Zo kunnen we u beter hulp bieden wanneer u contact opneemt met ons.
    • Lees de versiegegevens van OmniGraffle Versiegegevens: Ontdek wat er nieuw is in de laatste versie van OmniGraffle.
    • Pictogram Herstel voorbeelden Herstel voorbeelddiagrammen: U kunt de voorbeelddiagrammen verwijderen als u wat opslagruimte wilt vrijmaken op uw apparaat. Als u echter later beslist dat u een van die voorbeeldbestanden opnieuw wilt gebruiken, tikt u hier om de lijst van beschikbare diagrammen weer te geven. Kies vervolgens welke u wilt herstellen.
    • Aankoop Pro Probeer de Pro-functies: Als u deze menuoptie kiest, wordt een venster in OmniGraffle geopend zodat u de functies van OmniGraffle Pro kunt proberen voordat u de upgrade aanschaft. (Deze optie is alleen beschikbaar als u nog geen upgrade naar OmniGraffle 2 Pro hebt aangeschaft.)
    • Aankoop Pro Upgrade naar Pro: Als u deze menuoptie kiest, wordt de procedure voor het aanschaffen van de Pro-upgrade gestart. (Deze optie is alleen beschikbaar als u nog geen upgrade naar OmniGraffle 2 Pro hebt aangeschaft.)
    • Pictogram Importeer Kopieer van WebDAV: Tik hier om bestanden te importeren die op een WebDAV-service zijn opgeslagen.
    • Pictogram Importeer Kopieer van...: U zult deze optie alleen zien als u de BETA-functie Leveranciers van cloudopslag gebruiken hebt ingeschakeld in het menu Instellingen.
    • De instellingen van OmniGraffle Instellingen: Gebruik dit scherm om de instellingen van OmniGraffle aan te passen. U kunt kiezen voor het verzenden van anonieme gegevens naar Omni en u kunt ervoor kiezen de BETA-service die toegang verleent tot leveranciers van cloudopslag, zoals iCloud Drive, Box, Dropbox en meer in te schakelen.
      Het scherm Instellingen
  6. Selecteer: de laatste optie, Selecteer is het vaakst gebruikte onderdeel in de navigatiebalk. Als u op Selecteer tikt, kunt u bestanden kiezen, zodat u er nog andere bewerkingen mee kunt doen, zoals een bestand verplaatsen tussen mappen, verzenden via e-mail naar een collega of dupliceren.

Tip
Als alternatief voor het tikken op Selecteer wanneer u iets wilt doen met een bestand, kunt u ook tikken op een bestand en dit enkele seconden vasthouden. Als u de blauwe gemarkeerde rand rond het bestand zit, verwijdert u uw vinger en tik u vervolgens om andere bestanden te selecteren of tikt u op een van de pictogrammen in de navigatiebalk om een actie uit te voeren.

Wanneer u op Selecteer tikt, verandert de navigatiebalk in een actiebalk. Aanvankelijk zijn de knoppen die u in de actiebalk ziet, uitgeschakeld (zoals aangeduid door hun grijze kleur), maar wanneer u tikt om een bestand te selecteren, worden deze knoppen actief (veranderen van grijs naar blauw).

de actiebalk

De volgende knoppen hebben betrekking tot de acties die u kunt uitvoeren op een geselecteerd bestand:

  1. Tik op pictogram Delen om bestanden te delen en te exporteren.
  2. Tik op pictogram Map om bestanden te verplaatsen tussen mappen of om een nieuwe submap te maken.
  3. Tik op pictogram Dupliceer om een kopie te maken van het geselecteerde bestand.
  4. Tik op het pictogram Prullenmand om het geselecteerde bestand naar de map Prullenmand te verplaatsen.

Deze functies worden grondiger beschreven in de volgende onderdelen.

Bestanden delen en sjablonen maken

Af en toe zult u een document dat u in OmniGraffle hebt gemaakt, moeten delen met iemand anders. Maar alle bestanden staan op uw iPad. Hoe gaat u dat doen?

Wanneer u een map opent, zoals uw map Lokale documenten, tikt u op Selecteer in de navigatiebalk en selecteert u vervolgens een of meerdere bestanden die u wilt delen. Hierdoor wordt een blauwe markering rond het bestand geplaatst zodat u weet welke bestanden u hebt geselecteerd voor uw actie.

Tik nu in de navigatiebalk op de knop Deel en kies een van de volgende opties.

Het menu Actie
  • Verstuur via e-mail — hiermee kunt u een documentformaat kiezen voor het bestand dat u via e-mail wilt verzenden en wordt het e-mailbericht vervolgens in wachtrij geplaatst voor het verzenden.

Kies het documentformaat dat u wilt verzenden als een e-mailbijlage.
  • Exporteer naar WebDAV — hiermee kunt u het bestand verplaatsen naar een WebDAV-share. Als u nog geen WebDAV-account hebt geconfigureerd, moet u dat doen voordat u het bestand kunt exporteren.

  • Exporteer naar ... — is alleen beschikbaar in dit menu als u de BETA-functie Leveranciers van cloudopslag gebruiken hebt ingeschakeld in de instellingen van OmniGraffle.

  • Verstuur naar app — hiermee kunt u het bestand openen in een compatibele app op uw iPad of, als u zich op een Wifi-netwerk bevindt met iemand die u kent, kunt u het bestand delen met een ander iOS 8-apparaat of Mac via AirDrop.

    Delen met een andere app

    Kies eerst een opmaak en kies dan een app op uw apparaat waarnaar u het bestand wilt verzenden. Optioneel kunt u het bestand ook verzenden naar een andere persoon via AirDrop.

    Kies een app of AirDrop
  • Kopieer als afbeelding — Kopieer de inhoud van het momenteel geselecteerde OmniGraffle-bestand als een afbeelding. Hiermee kunt u dan de afbeelding plakken in een ander document.
  • Verstuur naar Foto's — Exporteer een versie van het OmniGraffle-document als een afbeelding en sla het op in de app Foto's op uw apparaat.
  • Druk af (liggend/staand) — Als u een AirPrint-compatibele printer hebt op uw wifi-netwerk, kunt u het geselecteerde OmniGraffle-bestand afdrukken. De afdrukstand van het document is echter gebaseerd op de manier waarop u uw iOS-apparaat vasthoudt.

    Via het eerste afdrukscherm kunt u een printer kiezen en het aantal exemplaren van het document dat u wilt afdrukken, instellen. Als u nog niet eerder een standaardprinter hebt ingesteld voor gebruik met OmniGraffle, tikt u op Kies printer.

    Het scherm Afdrukinstellingen

    Nadat u op Kies printer hebt getikt, kiest u een printer op uw netwerk en tikt u in de navigatiebalk op Printeropties om terug te keren naar het vorige scherm.

    Een printer selecteren

    Nu u de printer hebt geselecteerd, tikt u op Druk af om het bestand af te drukken.

Submappen maken

Om u te helpen uw bestanden beter te organiseren, kunt u bestanden ook verplaatsen naar andere mappen of submappen maken die soortgelijke documenten bevatten. Tik op Selecteer en kies een of meerdere bestanden die u wilt verplaatsen. Tik op mappictogram in de actiebalk om een bestand naar een andere map te verplaatsen of om een nieuwe submap te maken die de geselecteerde bestanden bevat.

Tik op het mappictogram in de navigatiebalk om een bestand naar een andere map te verplaatsen of om een nieuwe submap te maken die de geselecteerde bestanden bevat.

Tik op Nieuwe map om een nieuwe map te maken die het geselecteerde bestand bevat. Het bestand wordt uit de huidige map verplaatst naar een nieuwe submap Naamloos. Voer een nieuwe naam in voor de map en tik op Gereed.

Geef uw nieuwe map een naam die nauwkeurig de inhoud ervan beschrijft.

Submappen hebben een donkergrijze achtergrond en tonen minipictogrammen voor de bestanden in de map.

Tik om de submap te openen en tik dan op het bestand dat u wilt openen in OmniGraffle.

Om een bestand binnen een submap te openen, tikt u op de map om deze te openen en tikt u vervolgens op het bestand.

Tik om de submap te openen en tik dan op het bestand dat u wilt openen in OmniGraffle.

Wanneer u alle bestanden van een map verwijdert (door ze naar de prullenmand of naar een andere map te verplaatsen), verdwijnt die map automatisch. De uitzondering op deze regel is echter de map Lokale documenten en de hoofdmap voor alle Omni Sync Server-accounts of WebDAV-servers die u hebt toegevoegd als Cloud-accounts. Dit zijn de enige mappen die leeg mogen blijven op uw apparaat.

Bestanden verplaatsen tussen mappen

Zodra u weet hoe u submappen moet maken, zou u al goed op weg moeten zijn om uw OmniGraffle-bestanden beter te organiseren. Draadmodellen voor uw website hier, andere voor uw iOS-apps enz.

Ongeacht de manier waarop u uw mappen wilt organiseren, u komt ooit tot een punt waar u bestanden wilt verplaatsen tussen de mappen die u hebt gemaakt. U kunt ook beslissen om wat opslagruimte vrij te maken op uw iPad of iPhone en al uw bestanden te verplaatsen van de map Lokale documenten naar een map op Omni Sync Server.

Volg deze stappen voor het verplaatsen van bestanden van de ene map naar de andere:

  1. Tik in de navigatiebalk op Selecteer
    Tik op Selecteer in de rechterbovenhoek van het scherm
  2. Tik om de bestanden die u wilt verplaatsen, te selecteren. Wanneer u een bestand selecteert, verschijnt een blauwe rand rond het bestand. Als u per ongeluk op een bestand tikt, kunt u gewoon opnieuw tikken om de selectie op te heffen.
    Tik op Selecteer in de rechterbovenhoek van het scherm
  3. Tik in de navigatiebalk op mappictogram om het menu Map te openen.
  4. Tik op Verplaats naar om het geselecteerde bestand naar een andere locatie te verplaatsen.
    Tik op Selecteer in de rechterbovenhoek van het scherm
  5. Tik in het menu Map op de naam van de map waarnaar u het geselecteerde bestand wilt verplaatsen. Als u rechts van een mapnaam het symbool ❯ ziet, betekent dit dat de map submappen bevat.
    Tik op Selecteer in de rechterbovenhoek van het scherm

    Nadat u de map hebt geselecteerd, springt het bestand van de huidige map naar de map die u hebt gekozen.

  6. Tik op Gereed wanneer u klaar bent met het verplaatsen van bestanden uit de huidige map.

Moet u meer bestanden verplaatsen? Ga terug naar het scherm Locaties, tik om een andere map te openen en herhaal de hiervoor vermelde stappen.

Bestanden kopiëren

U zult bestanden mogelijk niet al te vaak moeten kopiëren, maar wanneer u dat doet, kan de Documentbrowser u ook daarmee helpen. Selecteer de map die het bestand dat u wilt kopiëren vanaf het scherm Locaties en volg dan deze stappen.

  1. Tik op Selecteer en tik dan om het bestand dat u wilt kopiëren, te selecteren:
    Geselecteerde bestanden worden gemarkeerd met een blauwe rand
  2. Tik in de actiebalk op pictogram Dupliceer. OmniGraffle maakt een kopie van het geselecteerde bestand en plaatst het naast het origineel. Hierbij wordt een cijfer aan de bestandsnaam toegevoegd, bijv. een kopie van Mooie bloemen krijgt de naam Mooie bloemen 2.
    Druk op de knop Dupliceer om een kopie van een bestand te maken
  3. Nadat u het bestand hebt gekopieerd, is het mogelijk dat u het bestand een meer unieke en geschikte naam voor zijn doel wilt geven. Start door op de bestandsnaam van het bestandspictogram te tikken. Het toetsenbord op uw apparaat verschijnt zodat u de bestandsnaam kunt bewerken. U kunt ook op de × tikken om de oude naam te verwijderen voordat u begint met het invoeren van de nieuwe.

    Oude naam wissen en een nieuwe invoeren
  4. Als u klaar bent met het invoeren van de nieuwe bestandsnaam, tikt u op Gereed om de naam te accepteren.
    Tik op Gereed om de wijziging van de bestandsnaam te accepteren

De prullenmand buitenzetten

Af en toe zult u merken dat er wat moet worden opgeruimd in OmniGraffle. Uw eerdere pogingen om te tekenen met Bézier-curven hangen nog steeds rond op uw apparaat en nemen alleen maar ruimte in. Hoogste tijd dus om ze in de prullenmand te gooien en voorgoed van uw apparaat (of van uw gesynchroniseerde Cloud-account als u er een hebt geconfigureerd), te verwijderen.

Gelukkig is het verwijderen van bestanden van OmniGraffle heel eenvoudig. Wanneer u een map of documenten bekijkt, tikt u bovenaan op het scherm in de navigatiebalk op Selecteer. Tik vervolgens op het document dat u wilt verwijderen. U zult zien dat er nu een blauwe markering rond het bestand staat.

Selecteer het bestand dat u wilt verwijderen.

Tik in de navigatiebalk op het pictogram voor Prullenmand om het document naar de prullenmand te verplaatsen.

Tik op de Prullenmand en selecteer dan Verplaats naar prullenmand in het pop-upmenu.

Als u in de navigatiebalk op Locaties tikt, ziet u een map Prullenmand in uw lijst van OmniGraffle-mappen. Het bestand is momenteel nog steeds op uw apparaat, maar zit gewoon in de map Prullenmand.

Nadat u een bestand naar de Prullenmand hebt geplaatst, blijft het bestand op uw apparaat, maar bevindt het zich nu in de Prullenmand.

Tik om de map Prullenmand te openen.

Tik op de knop Herstel of op het document zelf om het document uit de Prullenmand te verplaatsen, terug naar een locatie waar u verder kunt werken aan het bestand.

Als u absoluut zeker bent dat u dit bestand niet langer nodig hebt, hebt u enkele opties voor het leegmaken van de prullenmand.

  • Tik onderaan op het scherm op Leeg prullenmand onderaan op het scherm om alle bestanden uit de map Prullenmand te verwijderen.
    Selecteer een bestand en tik op het pictogram Versnipperaar om het geselecteerde document te verwijderen of tik op Leeg prullenmand om alles in de Prullenmand te verwijderen.
  • Als er meerdere bestanden in de Prullenmand zitten, maar u denkt dat u beter nog niet alles weggooit, kunt u alleen de bestanden selecteren waarvan u zeker bent dat ze mogen worden verwijderd. Tik op Selecteer in de actiebalk en tik dan om de bestanden die u wilt verwijderen, te selecteren. Tik vervolgens op pictogram Versnipperaar (versnipperen) en tik dan op Verwijder document onderaan op het scherm om het geselecteerde bestand te verwijderen.
    Voorbeelden van het gebruikt van de Versnipperaar voor het verwijderen van bestanden

Het verschil hier is dat het tikken op het Verwijder document alleen geselecteerde bestanden verwijdert, terwijl tikken op Leeg prullenmand alles in de prullenmand zal verwijderen, ongedacht of er bestanden zijn geselecteerd.

Opmerking
De map Prullenmand is alleen beschikbaar op het scherm Locaties als er iets in de map zit. Als u de Prullenmand helemaal hebt leeggemaakt, verdwijnt die map tot u iets anders verwijdert. Ditzelfde principe werkt voor alle mappen; een lege map verdwijnt gewoon. Het verschil is dat u de map Prullenmand niet hoeft te maken en een naam te geven.

U hebt nu al een grondig inzicht verworven in het gebruik van de Documentbrowser. Tijd om uw horizon te verbreden en aan de slag te gaan met uw eerste OmniGraffle-document.

Voordat u echter verdergaat, raden wij u aan wat tijd te nemen om te oefenen met het verplaatsen en kopiëren van bestanden en het maken van submappen voor het organiseren van uw bestanden. Het is ook de moeite waard te weten dat u een bestand terug uit de Prullenmand kunt verplaatsen naar een andere map. Probeer het dus maar nadat u een van de sjablonen hebt gedupliceerd.

Tot in het volgende hoofdstuk!

Chapter 4

De talrijke bewegingen van OmniGraffle voor iOS

Toen we OmniGraffle voor de eerste keer naar de iPad brachten, wisten we dat we onze grenzen moesten verleggen voor het gebruik van bewegingen in iOS. OmniGraffle heeft vanzelfsprekend alle basisbewegingen die gebruikers ondertussen verwachten van een iOS-app. Zaken zoals tikken om te selecteren of samen te knijpen om in of uit te zoomen op het canvas. Deze bewegingen zijn al in onze hersenen genesteld en ze vormen een soort van tweede aard van zaken die we doen én verwachten, zonder erbij na te denken.

OmniGraffle voor iOS verbergt echter een verfijnde en extreem krachtige laag aangepaste bewegingen. Bewegingen zoals voor het schakelen tussen canvassen of lagen, groeperen of degroeperen, ja, zelfs voor het converteren van tekstobjecten in labels op het canvas en om ze te ontkoppelen.

In dit hoofdstuk maakt u kennis met alle bewegingen die we in OmniGraffle 2 voor iOS hebben gebouwd. Er zijn meer dan 20 bewegingen in totaal. Ga dus even zitten met uw iPad of iPhone (ja hoor, OmniGraffle is nu universeel voor iOS!) en houdt u klaar om enkele uit te proberen.

Essentiële bewegingsconcepten

De vaakst gebruikte standaardbeweging is een eenvoudige tik. Op de tweede plaats komt tikken en vasthouden. Wanneer u echter tikt op een object of een canvas en dit vasthoudt, start u wat bekend is als een secundaire beweging. Het is net alsof u op uw Mac op de Command-toets drukt om een sneltoets te starten. De volgende toets waarop u drukt, start de actie van een menuonderdeel, zoals Command-C om te kopiëren of Command-V om te plakken.

De vinger waarmee u tikt en vasthoudt, noemen we uw primaire vinger omdat deze alle verdere acties start. Telkens wanneer u de volgende afbeelding in dit hoofdstuk zit, verwijst het naar een beweging voor tikken en vasthouden:

Een beweging voor tikken en vasthouden

Secundaire bewegingen voor een object

Gebruik deze secundaire bewegingen nadat u met de primaire vinger hebt getikt en vastgehouden:

  • Vegen met één vinger: Het object langs het subraster schuiven.
  • Met twee vingers omhoog of omlaag slepen: Naar voor of achter verplaatsen in de stapel objecten.
  • Op een ander object tikken: Dat object toevoegen aan of verwijderen uit de selectie. Dit is handig als u meerdere, niet-opeenvolgende objecten moet selecteren op het canvas.
  • Op het canvas tikken met twee vingers: Dupliceren
  • Tijdens het slepen een vinger toevoegen aan een andere vorm: Uitlijningshulplijnen gaan vanaf het tweede object zodat u het gesleepte object kunt uitlijnen op die vorm.
  • Tijdens het slepen op een willekeurige plaats een vinger toevoegen: Omgekeerd wisselen tussen rasters

Secundaire bewegingen voor het canvas

Gebruik deze secundaire bewegingen wanneer u interactief werkt met het canvas:

  • Met één vinger omhoog of omlaag vegen: Schakelen tussen canvassen. Het document moet meer dan één canvas hebben.
  • Met twee vingers tikken: Het gekopieerde object wordt geplakt waar de twee vingers het scherm raken.
  • Slepen: sleep om meerdere objecten op het canvas te selecteren.

Algemene regels voor bewegingen

Net als met alles in het leven, zijn er enkele basisregels van toepassing voor het gebruik van bewegingen in OmniGraffle:

  • Zodra de secundaire bewegingen zijn ingeschakeld, blijven ze ingeschakeld zolang uw primaire vinger blijft liggen.
  • Wanneer u tikt en houdt (op een object of op het canvas), is er een lichte vertraging (ongeveer 300 milliseconden) vanaf het ogenblik waarop OmniGraffle herkent dat u vasthoudt voordat u een secundaire beweging kunt maken.
  • Als u tikt en houdt (op een object of op het canvas) en die vinger vervolgens optilt zonder een secundaire beweging te maken, verschijnt een contextmenu.

Basisbewegingen

In sommige gevallen kunnen de meest gewone bewegingen, zoals tikken, bijzonder krachtig zijn. In OmniGraffle kunt u met tikken objecten selecteren en deselecteren (afhankelijk van de plaats waar u tikt).

En u denkt nu beslist "Hoe kan het selecteren van een object nu krachtig zijn?”. Het gaat er niet zozeer om wat u op dat exacte moment doet met hetgeen u hebt geselecteerd, maar om wat er volgt waardoor een glimlach op uw gezicht verschijnt of waardoor u veel tijd kunt sparen. Hoe het ook afloopt, die glimlach komt er.

Dit gedeelte geeft uitleg over de werking van enkele meer "bekende" iOS-bewegingen wanneer ze worden gebruikt met OmniGraffle.

Een object selecteren

Tik op het object. Wanneer u dat doet, wordt het object blauw gemarkeerd en zijn er controlepunten beschikbaar.

Een tikbeweging

Meerdere objecten selecteren

Als u meerdere objecten op het canvas moet selecteren, zijn er verschillende bewegingen die u kunt gebruiken:

Sleep-selecteer
Tik op het canvas en sleep uw vinger om de objecten die u wilt selecteren te markeren.
Beweging Sleep-selecteer
Deze methode wordt het best gebruikt wanneer u meerdere objecten die dicht bij elkaar liggen, moet selecteren.
Multi-selectie
Tik en houd om het eerste object te selecteren.
Gebruik een andere vinger (van dezelfde of uw andere hand) en tik om extra objecten te selecteren.
Beweging Multi-selectie
Deze methode wordt het best gebruikt wanneer u verschillende objecten op het canvas die niet direct naast elkaar liggen, moet selecteren.

De selectie van een object opheffen

Om de selectie van gemarkeerde objecten op het canvas op te heffen, tikt u op een willekeurige plaats op het canvas dat geen ander object bevat.

Een tikbeweging

Een object verplaatsen op het canvas

Als u een object op het canvas hebt dat u naar een andere locatie wilt verplaatsen, gebruikt u een van de volgende methoden:

  • Tik om het object te selecteren en naar de gewenste plaats te slepen. Gebruik de uitlijningshulplijnen om objecten op elkaar uit te lijnen.
    Verplaatsingsbeweging
  • Voor een nauwkeurige controle over de positie van een object, tikt u om het object te selecteren en opent u vervolgens het infovenster Geometrie. Gebruik daar de meters x/y Positie om het object te verplaatsen.
    Een tikbeweging
Het infovenster Geometrie

Knijpbewegingen voor het inzoomen op het canvas

De knijpbeweging wordt gebruikt voor het in- en uitzoomen op het canvas. Wilt u iets van dichterbij bekijken? Spreid dan uw duim en wijsvinger open. Wilt u uitzoomen en uw afbeelding in al zijn glorie bewonderen? Knijp uw duim en wijsvinger naar elkaar toe om de volledige afbeelding weer te geven.

  • Knijpen om in te zoomen
    Inzoomen
  • Knijpen om uit te zoomen
    Uitzoomen

Opmerking
Het pictogram Finder, gebruikt om aan te geven dat deze beweging ook werkt in OmniGraffle voor MacU kunt ook de bewegingen Knijp om in en uit te zoomen gebruiken in OmniGraffle voor Mac. Hiervoor moet u eerst het gebruik van Multi-Touch-trackpadbewegingen inschakelen in de voorkeuren van OmniGraffle.

Vorm of canvas inzoomen volgens het scherm

Om in te zoomen op een object of het canvas dubbeltikt u met twee vingers op het gewenste object of canvas:

Dubbeltikken op een object met twee vingers

De grootte van een object wijzigen

Volg deze stappen om de grootte van een object te wijzigen:

  • Tik en sleep een objecthandgreep.
  • Om de grootte van een object verhoudingsgewijs te wijzigen, tikt en sleept u een handgreep maar volgt u de blauwe stippellijn om de schaal van het object te wijzigen.
    sleep een handgreep voor het aanpassen van de grootte en volg de blauwe lijn om een object te schalen

Een object langs een raster verplaatsen

Volg deze stappen als u een object hebt dat u nauwkeurig wilt uitlijnen langs een raster in uw tekening:

  1. Druk op een object tot het lichtblauwe vak verschijnt rond het object.
  2. Houd een andere vinger op het canvas. Zorg dat u niet op hetzelfde of een ander object op het canvas drukt of het vasthoudt.
  3. Verplaats het object met de eerste vinger. Het object bevat nu een reeks gekruiste rasterlijnen die aangeeft dat het object in bepaalde stappen in plaats van vrij wordt verplaatst langs een onzichtbaar raster.
    beweging Verplaatsen langs raster
    Een object verplaatsen langs een raster

Objecten porren

In sommige gevallen wilt u een object slechts een klein beetje verplaatsen, het op zijn plaats porren.

  1. Tik en houd een object vast
  2. Veeg met een tweede vinger omhoog, omlaag, naar links of rechts om het object in die richting te porren (geporde objecten volgen de rasterinstellingen).
De beweging Porren

Een object naar voor of achter verplaatsen

Wanneer u objecten op dezelfde laag stapelt, kunt u deze bewegingen gebruiken om snel een geselecteerd object naar voor of achter op een laagstapel te verplaatsen.

Als u met twee vingers omhoog of omlaag veegt, ziet u een bericht net onder de knoppenbalk die aangeeft of het object naar voor of achter is verplaatst.

Een object in een stapel objecten naar voor brengen:

  1. Tik en houd een object vast met één vinger
  2. Veeg omhoog met twee vingers om het object achter alle andere objecten op dezelfde laag te plaatsen.
    De beweging Naar voren
    Een object naar voor brengen

Een object in een stapel objecten naar achter brengen:

  1. Tik en houd een object vast met één vinger
  2. Veeg omlaag met twee vingers om het object achter alle andere objecten op dezelfde laag te plaatsen.
    De beweging Naar achteren
    Een object naar achter plaatsen

Het contextmenu van een object openen

Het contextmenu biedt u snel toegang tot een reeks standaard bewerkingsfuncties, zoals Knip, Kopieer, Plak en meer.

  1. Tik eenmaal op het object
    Een tikbeweging
  2. Houd het object een tweetal seconden vast en laat het dan los. Het contextmenu verschijnt boven het object.
    beweging Tikken en houden

Als u uw vinger van het object neemt, verschijnt een contextmenu direct boven het object dat u hebt geselecteerd:

Het contextmenu van een object

Als u op de pijl aan de rechterrand van het contextmenu tikt, vindt u nog meer opties voor het werken met objecten:

Extra items in het contextmenu

Een object kopiëren en plakken (de eenvoudige manier)

U kunt natuurlijke het contextmenu van een object openen, op Kopieer tikken, op een andere plaats op het canvas tikken en Plak kiezen in een ander contextmenu, maar is dat niet erg veel werk voor een relatief eenvoudige actie?

Dit is een eenvoudige manier om objecten op het canvas te kopiëren en te plakken.

  1. Tik en houd het object dat u wilt dupliceren
  2. Tik met twee vingers van uw andere hand op de plaats waar u het gekopieerde object wilt plakken.
de beweging Kopieer en plak
kopiëren en plakken, zoals weergegeven in OmniGraffle

Let op het kleine bericht Dupliceer dat even op het scherm verschijnt nadat u het object hebt geplakt.

Verplaatsen op het canvas

Met een onbeperkt canvas en de mogelijkheid om nauwgezet in te zoomen op objecten, zult u wellicht het canvas moeten kunnen verplaatsen om door te gaan met uw werk of om iets anders dat buiten het scherm staat, te zien.

U hoeft alleen te vegen in de richting waarin u het canvas wilt verplaatsen.

in een willekeurige richting vegen

Schakelen tussen canvassen

Deze beweging is handig als u een document hebt met meerdere canvassen, vooral wanneer u objectacties tussen canvassen instelt.

  1. Druk en houd op het canvas.
  2. Veeg omhoog of omlaag door de verschillende canvassen in uw document.
    beweging Schakelen tussen canvassen

Wanneer u schakelt tussen canvassen, plaatst OmniGraffle een kleine melding op het scherm om u te laten weten wanneer u naar het Vorig canvas of Volgend canvas bent geschakeld.

Schakelen tussen canvassen in OmniGraffle

De zijbalk Canvassen verbergen en weergeven (alleen iPad en iPhone 6 Plus)

Wanneer u de zijbalk wilt verbergen of weergeven, veegt u naar binnen vanaf de linkerzijde van het scherm om de zijbalk te verbergen en weer te geven.

Veeg naar binnen vanaf de linkerzijde van het scherm om de zijbalk te verbergen en weer te geven.

Dezelfde beweging (naar binnen vegen vanaf links) voert beide acties uit.

Opmerking
Deze beweging werkt alleen op iPhone 6 Plus wanneer het apparaat in liggende stand is (d.w.z. gedraaid zodat het scherm breder is in plaats van groter). Op de iPad werkt de beweging zowel in liggende als staande stand. Op kleinere schermen moet u op de knop Toon/verberg canvassen tikken om de zijbalk Canvassen te verbergen of weer te geven.

Bewegingen voor het werken met lijnen en labels

Onder de sterke punten van OmniGraffle horen de ingebouwde gereedschappen voor het maken van organisatie- en stroomschema's. Als u een complex stroomschema maakt, moet u objecten kunnen verbinden met lijnen en, bij gelegenheid, tekstlabels plaats op de verbindingslijnen.

OmniGraffle heeft enkele bijzonder unieke bewegingen die uitsluitend bedoeld zijn om te werken met lijnen en labels.

Twee objecten verbinden met een lijn

OmniGraffle is fantastisch voor het maken van zaken zoals organisatie- en workflowschema's. U kunt objecten in verschillende vormen maken om lagen in uw organisatie of stappen in een proces aan te duiden. Het belangrijkste voor het maken van nuttige grafieken en diagrammen, is de mogelijkheid om objecten te verbinden met lijnen. Hiervoor gaat u als volgt te werk:

  1. Teken twee objecten op het canvas
    twee ruitvormige objecten op een canvas
  2. Kies het lijngereedschap: het lijngereedschap
  3. Tik en sleep van het ene object naar het andere om ze te verbinden met een lijn.
    Twee ruitvormige objecten, verbonden met een lijn

Tekstlabels toevoegen aan zaken

Dubbeltik op het item waaraan u het label wilt toevoegen. Bijvoorbeeld:

  • Dubbeltik op een object om een label binnen het object toe te voegen
  • Dubbeltik op een lijn om een label toe te voegen aan de lijn
  • Dubbeltik op het canvas om een tekstlabel toe te voegen op het canvas
de beweging dubbeltikken

Tekstobjecten converteren naar lijnlabels

Als u een tekstlabel hebt op het canvas waarvan u denkt dat het beter zou werken als lijnlabel, tonen wij hier u dat gemakkelijk kunt doen:

  1. Tik en houd het tekstobject vast.
    De beweging Tikken en vasthouden
    Twee ruiten, verbonden met een lijn en met een tekstlabel eronder
  2. Tik op de lijn en het tekstobject wordt verplaatst van zijn huidige locatie op het canvas en wordt het label van die lijn.
    De beweging tikken met één vinger
    Twee ruiten verbonden door een lijn, waaraan nu een tekstlabel is toegevoegd

Een lijnlabel losmaken van een lijn

Als u een tekstlabel hebt dat beter werkt dan een lijnlabel op het canvas, geven wij u ook hiervoor een eenvoudige werkwijze:

  1. Tik en houd het tekstlabel vast.
    Een beweging voor tikken en vasthouden
  2. Tik op een willekeurige plaats op het canvas.
    Een tikbeweging

Het label ziet er nog steeds uit alsof het aan de lijn is bevestigd, maar u kunt tikken op het tekstobject en het naar een andere locatie slepen of volledig verwijderen.

Objecten draaien

U kunt wel het infovenster Geometrie gebruiken om een object te draaien, maar het gaat allemaal veel sneller als u de met twee vingers een draaibeweging maakt:

  1. Raak het object aan met twee vingers. Boven het object verschijnt een vak dat zijn huidige draaihoek aangeeft.
  2. Draai met een of twee vingers om het object te draaien.
    De beweging Draaien
    Een object draaien

Terwijl u met uw vingers draait, roteert het object op het canvas terwijl de hoekindicator wordt bijgewerkt om u de huidige hoek te tonen.

Opmerking
Het pictogram Finder, gebruikt om aan te geven dat deze beweging ook werkt in OmniGraffle voor MacDeze beweging werkt ook in in OmniGraffle 6 voor Mac.

Bewegingen voor het tekenen

OmniGraffle is overladen met tekengereedschappen. Naast het tekenen van vormen, kunt u ook vormen met Bézier-curven tekenen en combineren, een gradiënt- of transparante vulling toepassen op objecten en meer.

Met al deze bewegingen moet u eerst op een van de tekengereedschappen tikken: Het vormgereedschap, het vrije hand-gereedschap of .

Vormen tekenen

Vormen zijn de fundamentele bouwblokken voor de zaken die u in OmniGraffle maakt. U kunt bijvoorbeeld een eenvoudige cirkel nemen, de punten ervan bewerken en de Bézier-curven tweaken om heel wat verschillende zaken te maken.

Volg deze stappen om een vorm op het canvas te tekenen:

  1. Tik in de knoppenbalk onderaan op het scherm om het vormgereedschap
    te selecteren
  2. Na het selecteren van het vormgereedschap, wordt het gereedschap Vormselectie beschikbaar onder het canvas. Tik hierop om het vormgereedschap te openen.
  3. U kunt kiezen uit een van de vormen die momenteel op het canvas staan of uit een van uw favorieten. U kunt ook op Aangepaste stijl tikken om te kiezen uit een reeks vormen die we in OmniGraffle hebben gebouw. Tik in dit geval op Aangepaste stijl om te zien wat er beschikbaar is:
  4. Kies de gewenste vorm die u wilt tekenen op het canvas:
  5. Tik en sleep tot slot uw vinger op het canvas om de vorm te tekenen:

Een vorm met de vrije hand tekenen

Wanneer u werkt aan een origineel kunststuk, is het mogelijk dat u niet voldoende hebt aan de vooraf opgemaakt vormen. U hebt iets ... origineels nodig.

  1. Tik in de knoppenbalk op het Vrije hand-gereedschap Het Vrije hand-gereedschap om het te activeren:
    een zwart canvas waarop het Vrije hand-gereedschap is geselecteerd
  2. Als u op het vrije hand-selectiegereedschap vrije hand-selectiegereedschap tikt, kunt u kiezen uit een standaardset favoriete stijlen. U kunt ook op Aangepaste stijl tikken om Vulling en Streep aan te passen:
    Het Vrije hand-gereedschap
    De vulling of een vrije hand-object aanpassen
    De streep voor een vrije hand-object aanpassen
    Enkele aangepaste streepstijlen
  3. Het laatste dat u mogelijk doet voordat u begint te tekenen, is het uitschakelen van Accepteer verbindingen voor de objecten die u tekent. Dit maakt het voor u gemakkelijker om te tekenen zonder dat lijnen andere objecten op het canvas proberen te verbinden.
    De optie Accepteer verbindingen wordt standaard ingeschakeld. U zult dit wellicht willen uitschakelen bij het tekenen van objecten met de vrije hand
    De optie Accepteer verbinding is uitgeschakeld

Wanneer Vulling en Streep zijn ingesteld volgens uw voorkeur, kunt u eindelijk beginnen tekenen. De volgende afbeelding bestaat uit slechts twee vormen: het stigma en één bloemblad. Zodra het bloemblad de gewenste vorm had, werd het meerdere keren gekopieerd en geplakt, gedraaid en vervolgens werd elk blad naar voor of achter verplaatst in de objectstapel.

Een tekening van een bloem, gemaakt in OmniGraffle

Zie Basis tekenen verder in deze handleiding voor meer informatie over tekenen in OmniGraffle. Raadpleeg in dat hoofdstuk ook het gedeelte Werken met Bézier-curven.

Chapter 5

OmniGraffle gebruiken op iOS

Om OmniGraffle bruikbaar te maken voor het complete Apple-gamma van iOS-apparaten, hebben we enkele belangrijke UI-wijzigingen moeten maken tussen OmniGraffle v2 en v2.1. In dit hoofdstuk tonen wij u hoe wij de universele versie van OmniGraffle voor iOS hebben aangepast.

Met OmniGraffle voor iOS, zijn er fundamenteel twee categorieën van schermafmetingen waarmee moet rekening worden gehouden: groot (iPad, iPad mini en iPhone 6 Plus) en klein (iPhone 6 en lager en iPod touch). De twee plaatsen waar u het grootste verschil zult merken tussen grote en kleine schermen zijn:

  • Wanneer u in een document bent en met de tekengereedschappen werkt
  • Wanneer u de zijbalk Inhoud opent

Opmerking
Als u nog nooit OmniGraffle op iOS hebt gebruikt, dan is dit gedeelte voor u bedoeld. Ach wat! Zelfs als u OmniGraffle toch al hebt gebruikt, neemt u eigenlijk ook best de tijd om dit door te lezen.

OmniGraffle gebruiken op grote schermen

Wanneer u OmniGraffle gebruikt op apparaten met een groot scherm, zoals de iPad of iPhone 6 Plus, zult u merken dat we optimaal gebruik hebben gemaakt van al die ruimte.

OmniGraffle op de iPad
OmniGraffle op de iPhone 6 Plus

De knoppenbalk Document bevindt zich boven het canvas, de zijbalk Canvassen staat links van het canvas en alle tekengereedschappen bevinden zich onder het canvas. Het enige echte verschil tussen het gebruik van OmniGraffle op iPad en op iPhone 6 Plus dat u zou moeten merken, is dat het scherm op de iPhone 6 Plus niet even groot is.

Om de zijbalk Canvassen te verbergen, tikt u op de De knop Geselecteerde canvassen in de knoppenbalk Document. De zijbalk wordt verborgen zodat u volledig toegang hebt tot het hele canvas.

De zijbalk Canvassen verbergen

Tik op de knop Toon canvassen om de zijbalk Canvassen opnieuw weer te geven op het scherm.

Opmerking
Als u OmniGraffle voor iOS in staande modus gebruikt op iPhone 6 Plus, schuift de zijbalk Canvassen in en uit vanaf de onderkant van het scherm, net zoals bij kleinere schermen.

OmniGraffle gebruiken op kleine schermen

Wanneer u OmniGraffle gebruikt op apparaten met een klein scherm, zoals de iPhone 6 of iPod touch, zult u merken dat we enkele kleine wijzigingen hebben aangebracht aan de gebruikersinterface.

Beginnende gebruikers zullen merken dat zowel de zijbalk Canvassen als de tekengereedschappen zijn verborgen.

OmniGraffle op iPhone 6

Om toegang te krijgen tot het scherm Canvassen , tikt u op knop Canvassen in de knoppenbalk Document bovenaan op het scherm. Wanneer u dat doet, schuift het scherm Canvassen omhoog en biedt u het u toegang tot alles wat u zou verwachten in de zijbalk op een groter scherm. Tik op Gereed in de rechterbovenhoek van het scherm om terug te keren naar uw Canvas.

Het scherm Canvassen

Om toegang te krijgen tot de tekengereedschappen, tikt u op de knop Tekengereedschap onderaan rechts op het scherm. Wanneer u dat doet, schuiven de tekengereedschappen omhoog langs de rechterzijde van het scherm. Tik om een gereedschap te selecteren of dubbeltik om een gereedschap "kleverig" te maken zodat u het herhaaldelijk kunt gebruiken.

De tekengereedschappen

Nu u zich een inzicht hebt gevormd van het verschil tussen de schermgrootten, gaan we nu enkele meer algemene functies in de interface van naderbij bekijken:

  • Boven het canvas bevindt zich de knoppenbalk Document.
  • Onder het canvas bevinden zich de tekengereedschappen.
  • Links (of omhoog schuivend als een andere weergave op kleinere schermen) is de zijbalk Canvassen.

Elk gereedschap wordt besproken in de rest van dit hoofdstuk. Dit is misschien een goede gelegenheid om uw favoriet iOS-apparaat erbij te nemen, OmniGraffle te openen en mee te volgen terwijl we de rest van de gebruikersinterface doorlopen.

De knoppenbalk Document gebruiken

De knoppenbalk Document bevindt zich boven het canvas en bevat nagenoeg alles wat u nodig hebt om OmniGraffle te gebruiken:

De knoppenbalk Document

De knoppen en andere dingetjes in de knoppenbalk omvatten:

  1. Tik op Documenten om het bestand waaraan u werkt te sluiten en terug te keren naar de documentbrowser.

  2. Tik op de knop Herstel om de laatste wijziging ongedaan te maken; tik en houd om opnieuw uit te voeren.

  3. Tik op de knop OmniPresence voor het synchroniseren van bestanden met een cloud-account. (Zie Een Cloud-account toevoegen.)

  4. Dubbeltik op de Documenttitel om de naam te wijzigen van het bestand waaraan u werkt.

  5. Tik op de knop Canvassen om de zijbalk Canvassen weer te geven of te verbergen.

  6. Tik op de knop Canvassen voor het aanbrengen van aanpassingen aan de stijl en eigenschappen van de huidige selectie of het huidige canvas.

De tekengereedschappen gebruiken

Telkens wanneer u een object op het Canvas tekent, wat eigenlijk de essentie is van het gebruik van OmniGraffle, zult u de tekengereedschappen gebruiken. Zoals eerder vermeld, bevinden de tekengereedschappen zich onder het Canvas op iOS-apparaten met een groot scherm. Om op iOS-apparaten met een klein scherm toegang te krijgen tot de tekengereedschappen, tikt u gewoon op de knop Tekengereedschappen. Er zijn zes basisknoppen in de balk Tekengereedschappen:

De balk Tekengereedschappen

De gereedschappen zijn als volgt:

  1. Figuren — Tik op de knop Figuren om een figuur te kiezen die u naar het canvas wilt slepen. U kunt zoeken in uw beschikbare figuren of Online zoeken naar OmniGraffle-figuren die zijn ondergebracht in Stenciltown, onze gratis figurenopslagruimte.
  2. Het gereedschap Selectie wordt gebruikt voor het selecteren en verplaatsen van objecten en het wijzigen van hun grootte op het canvas.

  3. Het gereedschap Vorm wordt gebruikt voor het tekenen van vormen (cirkels, vierkanten enz.) op het canvas.

  4. Het gereedschap Vrije hand wordt gebruikt om vrij te tekenen op het canvas. Tik op een willekeurige plaats op het canvas en sleep uw vinger rond om uw eigen vormen te maken. Als het einde van de tekening het begin nadert, zal OmniGraffle de vorm sluiten.

  5. Het gereedschap Lijn wordt gebruikt voor het verbinden van twee objecten via een lijn of om een vrijstaande lijn te tekenen op het canvas. Als u uw lijn begint of eindigt op een vorm, wordt de lijn automatisch aan die vorm gekoppeld.

  6. Het gereedschap Tekst wordt gebruikt voor het toevoegen van een tekstlabel aan objecten en lijnen of op een willekeurige plaats op het canvas. Tik op een bestaand label om het te bewerken en dubbeltik om een woord te selecteren.

De gereedschapsknoppen krijgen een ander uiterlijk, afhankelijk of het gereedschap inactief, geselecteerd of kleverig is:

  • Een gereedschap is inactief wanneer het een witte achtergrond heeft:

    Het gereedschap Selectie, inactief Het gereedschap Vorm, inactief Het gereedschap Vrije hand, inactief Het gereedschap Lijn, inactief Het gereedschap Tekst, inactief

  • Een gereedschap is geselecteerd (of in gebruik) wanneer het een lichtgroene achtergrond heeft:

    Het gereedschap Vorm, geselecteerd Het gereedschap Vrije hand, geselecteerd Het gereedschap Lijn, geselecteerd Het gereedschap Tekst, geselecteerd

  • Een gereedschap is kleverig wanneer het een donkergroen achtergrond heeft:

    Het gereedschap Selectie, kleverig Het gereedschap Vorm, kleverig Het gereedschap Vrije hand, kleverig Het gereedschap Lijn, kleverig Het gereedschap Tekst, kleverig

    Gereedschappen worden kleverig of permanent, wanneer u twee keer op de knop ervan tikt.

Opmerking
Het gereedschap Selectie is altijd permanent wanneer het actief is (Selectiegereedschap). Dit maakt het voor u gemakkelijk om objecten te verplaatsen en een stijl te geven, zonder dat u twee keer op zijn knop hoeft te drukken om het object te laten "kleven".

Kennismaken met het actiegereedschap (Pro)

Het Actiegereedschap hoort al enige tijd bij OmniGraffle voor Mac en heeft nu ook zijn weg gevonden naar OmniGraffle Pro voor iOS in v2.2. Als u de upgrade naar OmniGraffle 2 Pro hebt aangeschaft, vindt u het actiegereedschap uiterst rechts in de knoppenbalk Tekenen.

Een aantal verschoven vierkanten

Net als andere gereedschappen, krijgt ook het actiegereedschap een ander uiterlijk, afhankelijk van zijn status:

  • De Actieknop, uitgeschakeld betekent dat het actiegereedschap inactief is
  • De Actieknop, ingeschakeld betekent dat het actiegereedschap geselecteerd is
  • De Actieknop, gemarkeerd betekent dat het actiegereedschap gemarkeerd is
  • De Actieknop, kleverig betekent dat het actiegereedschap kleverig is

Zie Interactief werken met objecten met het actiegereedschap verder in dit hoofdstuk voor meer informatie over het gebruik van het actiegereedschap..

Wanneer u het gereedschap Vorm, Vrije hand, Lijn of Tekst selecteert, zult u merken dat er een andere knop verschijnt links van de knop Selectiegereedschap. Dit is bekend als de knop gereedschapsvoorbeeld omdat het u precies toont welk type u gaat tekenen.

Als u op de gereedschapsvoorbeeldknop drukt, wordt een venster Info geopend dat details toont over de vooraf ingestelde opties voor dat gereedschap. Er verschijnt ook een lijst van favorieten waaruit u kunt kiezen en andere zaken van dat type op dit canvas. U kunt ook een aangepaste stijl maken vanaf dit venster.

Probeer dit eens:

  1. Tik twee keer op het vormgereedschap. Uw werkbalk zou als volgt moeten verschijnen:

    De tekengereedschappen met geselecteerd vormgereedschap
  2. Tik op de gereedschapsvoorbeeldknop voor het onderzoeken van stijlen, kies een andere vorm of maak een aangepaste stijl voor de vorm.

    Het infovenster van de vormgereedschappen
  3. Tik op het cirkelobject onder Favorieten. U zult merken dat de gereedschapsvoorbeeldknop verandert om de cirkel weer te geven.

    Het infovenster voor het vormgereedschap die aangeeft dat de cirkelvorm is geselecteerd
    De voorbeeldknop onder het canvas bevat een cirkel

Neem wat tijd om de resterende gereedschappen uit te proberen en te kijken welke opties beschikbaar zijn in hun respectieve infovensters.

Het puntwijzigingsgereedschap gebruiken

Nieuw in OmniGraffle v2.1 is het puntwijzigingsgereedschap. U gebruikt het puntwijzigingsgereedschap om de punten van een object toe te voegen, te verwijderen en te selecteren.

Alles wat u tekent in OmniGraffle bestaat uit punten. Een lijn heeft bijvoorbeeld twee punten: een begin- en eindpunt. Een vierkant heeft vier punten, een op elke hoek. Met het puntwijzigingsgereedschap kunt u elk object nemen en het omvormen tot een verbazingwekkende creatie.

Om het puntwijzigingsgereedschap te gebruiken, moet u eerst een object selecteren op het canvas en vervolgens in de balk Tekengereedschappen op puntwijzigingsgereedschap tikken.

Het puntwijzigingsgereedschap verschijnt in de onderste balk

Nadat u op het puntwijzigingsgereedschap hebt getikt, zult u merken dat er nog drie knoppen verschijnen in de balk Tekengereedschappen, nl. Voeg toe, Verwijder en Puntselectie.

De opties Voeg toe, Verwijder en Puntselectie
  • Puntselectie — Tik om dit gereedschap te selecteren en tik en sleep dan een punt op een object om de vorm ervan te wijzigen. (Het puntselectiegereedschap is altijd standaard geselecteerd wanneer u op het puntwijzigingsgereedschap tikt.
    Selecteer een punt
    Selecteer een punt op het vierkant en sleep het
  • Voeg punt toe — Tik om dit gereedschap te markeren en tik dan overal op de opbouw van een object om een punt toe te voegen.
    Voeg een punt toe
    Voeg een punt toe tussen twee andere punten
  • Verwijder punt — Tik om dit gereedschap te markeren en tik dan op een punt om het uit het object te verwijderen.
    Verwijder een punt
    Verwijder een punt van het object

Als u klaar bent met het gebruik van het puntwijzigingsgereedschap, tikt u op Gereed om door te gaan met uw werk.

De zijbalk Canvassen

De zijbalk Canvassen bevat informatie over uw canvassen, hun lagen, de objecten die op die lagen aanwezig zijn en de stijlen die zijn toegepast op groepen objecten.

Om de zijbalk Canvassen te openen en te sluiten, tikt u op de zijbalkknop in de knoppenbalk Document. Als u OmniGraffle 6 voor Mac hebt gebruikt, zult u merken dat de zijbalken er ongeveer hetzelfde uitzien.

Uw canvassen weergeven en beheren:

  1. Tik bovenaan op de zijbalk op Canvassen om uw lijst met canvassen te zien.

    De zijbalk Canvassen
  2. Om het werken op een canvas te starten, tikt u op het canvas in de lijst om het te selecteren.

  3. Om een nieuw canvas te maken, tikt u op Nieuw canvas onderaan in de zijbalk.

  4. Om het geselecteerde canvas te dupliceren, tikt en houdt u de canvasnaam vast en tikt u vervolgens in het contextmenu op Dupliceer.

    Een contextmenu van het canvas
  5. Om de canvassen en lagen opnieuw te schikken, te verwijderen of te hernoemen, tikt u op Wijzig. Tik op de rode cirkels aan de linkerzijde om een canvas of laag te verwijderen en gebruik de grepen aan de rechterzijde om ze opnieuw te schikken. Om de naam van een canvas of laag te wijzigen, dubbeltikt u in het naamveld om alle tekst te selecteren en dan iets nieuws in te voeren. Tik op Gereed wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen.

    De inhoud wijzigen

Werken met lagen

Elk canvas start met één nieuwe laag. Om nieuwe lagen toe te voegen, selecteert u eerst een laag van het canvas en tikt u dan onderaan links in de zijbalk op Nieuwe laag. Om te werken op een specifieke laag, tikt u om de laag waarop u wilt werken, te selecteren

Tik op de naam van de laag in de lijst om te werken op een specifieke laag. Links van elke laagnaam, ziet u een reeks pictogrammen. Laten we ze even overlopen:

Een knop Lagen
  1. Een potlood geeft aan dat de geselecteerde laag kan worden gewijzigd. Als er een streep door het potlood is getekend, betekent dit dat de laag niet kan worden gewijzigd omdat deze vergrendeld is of omdat de zichtbaarheid is uitgeschakeld.

  2. Om een laag te delen over meerdere canvassen, tikt u op de knop Gedeelde laag; tik opnieuw om het delen uit te schakelen.

  3. Om een laag weer te geven of te verbergen, tikt u op de knop Zichtbaarheid laag. Als er een streep door het oog is getekend, betekent dit dat de laag niet zichtbaar is.

  4. Tik op het slot om een laag te vergrendelen of te ontgrendelen. Vergrendelde lagen kunnen niet worden bewerkt of gewijzigd terwijl alles kan bij een ontgrendelde laag.

Als u lagen opnieuw moet schikken of verwijderen, tikt u onderaan rechts op de zijbalk op Wijzig. Lagen worden op elkaar gestapeld op het canvas. Als twee lagen overlappende objecten hebben, verbergt de laag die bovenaan in de lijst staat, de objecten op lagen die lager staan in de lijst.

Net als het canvas bevat elke laag zijn eigen set van objecten. Om alles op een specifieke laag te zien, selecteert u eerst de laag in de lijst Canvassen en tikt u vervolgens op de Lijst bovenaan in de zijbalk om de objecten ervan weer te geven en te beheren.

Lijst van objecten van een laag
  1. Om een object op die laag te selecteren, tikt u op het object in de lijst.

  2. Om laagelementen te verwijderen, tikt u op de rode cirkel links en vervolgens op Verwijder. Als u per ongeluk op de rode cirkel tikt, maar dat object niet wilt verwijderen, tikt u op een willekeurige plaats in de zijbalk.

  3. Om de laagobjecten opnieuw te schikken, tikt u op de greep rechts en sleept u omhoog of omlaag in de lijst.

  4. Tik op Stijlen bovenaan in de zijbalk om objecten op de geselecteerde laag te filteren en te selecteren op stijl.

    Objecten filteren volgens hun stijl.

    Met het eerste getal wordt aangegeven hoeveel geselecteerde objecten de desbetreffende stijl hebben. Het tweede getal geeft aan hoeveel objecten met de desbetreffende stijl in totaal op het canvas voorkomen.

    Onderaan in de lijst Stijlen ziet u een groep filterknoppen. Gebruik deze knoppen om te beheren welke objectstijlen/-types worden weergegeven in de bovenstaande lijst. Tik op een filter om alle objecten die ermee overeenkomen te selecteren. U kunt vervolgens op de knop Info tikken om die groep laagobjecten te selecteren en te wijzigen.

    Een witte filterknop geeft aan dat objecten die met die filter verwant zijn, niet inbegrepen zijn. Groene knoppen geven aan dat ze wel inbegrepen zijn. Bij samengestelde filters worden objecten geretourneerd die overeenkomen met alle filters:

    • Tik op de knop Vulling om objecten op de geselecteerde laag met een vulling op te nemen of uit te sluiten.

    • Tik op de knop Streep om objecten op de geselecteerde laag met een lijn op te nemen of uit te sluiten.

    • Tik op de knop Vorm om objecten op de geselecteerde laag in een specifieke vorm op te nemen of uit te sluiten.

    • Tik op de knop Schaduw om objecten op de geselecteerde laag met een schaduw op te nemen of uit te sluiten.

    • Tik op de knop Tekst om tekstobjecten op de geselecteerde laag op te nemen of uit te sluiten.

Denk aan deze filters wanneer u wijzigingen moet aanbrengen aan een bepaalde groep van objecten. Bijvoorbeeld wanneer u alle tekst wijzigt van Helvetica naar Gill Sans of als u de vulkleur voor alle ronde objecten op de laag wijzigt.

Chapter 6

De infovensters gebruiken

U gebruikt de infovensters om de stijlkenmerken te wijzigen voor de objecten op het canvas of stel de eigenschappen van het canvas zelf in. Om toegang te krijgen tot de infovensters, tikt u op de knop Info in de knoppenbalk Document.

Het venster Info met de infovensters die betrekking hebben op het geselecteerde object

Het venster Info heeft twee secties:

  • Geselecteerde objecten— Dit gedeelte toont de infovensters die u kunt gebruiken op een of meer geselecteerde objecten.

  • Canvas— Dit gedeelte toont de infovensters die specifiek zijn voor het canvas alleen. Elk infovenster bevat twee of meer panelen voor zaken zoals het toevoegen van een vulling aan een object of het instellen van een achtergrondafbeelding voor de illustratie waaraan u werkt.

Wijzigingen aan het canvas aanbrengen

Een canvas is een ruimte waar u vormen en andere objecten kunt maken en bewerken. U begint met één canvas, maar daarna kunt u er zoveel als u wenst toevoegen in de zijbalk Inhoud.

He gedeelte Canvas heeft vijf verschillende infovensters:

  • Afmetingen canvas
  • Achtergrond
  • Eenheden & schaal
  • Raster
  • Diagramlay-out

En als u de upgrade naar OmniGraffle Pro hebt aangeschaft, is er een zesde infovenster — Notities. Elk van deze infovensters wordt gedekt in de volgende secties.

De canvasgrootte aanpassen

Het gedeelte met de canvaskenmerken bevat de volgende elementen:

Canvaskenmerken
Canvasnaam
wijzig de naam van het canvas.
Breedte
wijzig de breedte van het canvas.
Hoogte
wijzig de hoogte van het canvas.
Auto-formaat canvas
schakel deze optie in of uit om de canvasgrootte automatisch aan te passen als uw vormen buiten de bestaande grenzen zouden reiken.
Druk af op één pagina
pas het canvas aan de pagina aan als de stand of het formaat verschillen van de standaard bij het afdrukken.
100% zoomen
Kies de weergavestandaard die past bij uw apparaat en taak. Een canvas dat is gemeten in schermpixels zal veer groter worden gerenderd op een niet-retina-apparaat; een canvas gemeten in Apple-punten zal eenzelfde grootte renderen op alle apparaten; en een canvas dat is gemeten in PostScript-punten zal overeenkomen met reële afmetingen (WYSIWYG).

De achtergrond van een canvas kleuren

Gebruik het infovenster Achtergrond om een achtergrondkleur voor het canvas in te stellen:

Het infovenster Achtergrond
Type
Tik op Type om de stijl van de achtergrondkleur te wijzigen. U hebt de keuze uit Effen (de standaardinstelling voor alle bijgeleverde sjablonen), Lineaire gradiënt, Radiale gradiënt, Dubbele lineaire gradiënt, Dubbele radiale gradiënt, Pointilleren, Krul, Plastic en Markeerpen. Wanneer u een van de verschillende types selecteert, verandert het infovenster een beetje zodat u de achtergrond fijn kunt afstemmen naar het gewenste effect.
Effen kleur
Tik op Effen kleur om een effen achtergrondkleur te kiezen. U kunt de standaardinstellingen in het kleurenpalet of de HSB-, RGG- en grijze schuifregelaars gebruiken voor het maken van aangepaste kleuren.

Opties voor de grootte van de eenheid en het schalen instellen

In het gedeelte van Eenheden & schaal kiest u de maateenheid die u wilt gebruiken om objectafmetingen, rasterlijnen, canvasafmetingen, enz. te gebruiken.

Het infovenster Eenheden en schaal

Rastereigenschappen definiëren

Rasteropties omvatten:

Rasteropties
Raster magnetisch
schakel dit in om de rasterlijnen weer te geven (en de vormen eraan te koppelen). Schakel dit uit om de vormen vloeiender te laten bewegen.
Hoofdraster
tik op de knoppen om het raster te vergroten of te verkleinen; tik op de tekst om een formaat in te voeren.
Subraster
verhoog of verlaag het aantal tussenstappen tussen de hoofdlijnen van het raster.
Slimme hulplijnen
schakel de blauwe hulplijnen die u helpen bij het plaatsen en schalen van uw objecten in of uit.

Opmerking
U kunt Raster magnetisch en Slimme hulplijnen niet tegelijkertijd inschakelen. Slechts één van de opties kan per keer worden gebruikt.

Canvasobjecten opmaken

Gebruik het infovenster Diagram lay-out om de stroom van objecten te wijzigen op het canvas:

Opties diagramlay-out
Lay-outtype
Kies Hiërarchisch voor de lay-out of selecteer Gerichte lay-out forceren.
Lay-outrichting
Gebruik de pijlen om de richting van de lay-out te wijzigen.
Rang en Scheiding
Gebruik deze onderdelen om de afstand tussen de objecten op te geven.

Om deze instellingen toe te passen, tikt u op Lay-out maken.

Meer details toevoegen aan uw canvassen met Notities (Pro)

Gebruik het infovenster Notities om een beschrijving over uw diagram of afbeelding toe te voegen en voeg ook sleutel-/waardeparen van informatie over de inhoud toe.

Het infovenster Notities

Wijzigingen aan geselecteerde objecten aanbrengen

Pas alles aan volgens uw voorkeur. Selecteer eerst een object op het canvas en gebruik het gedeelte Geselecteerde objecten in het menu Info om wijzigingen aan te brengen aan de stijl en de eigenschappen. Alleen de infovensters die van toepassing zijn op uw selectie, zijn beschikbaar. Bijvoorbeeld:

  • Wanneer u Vorm selecteert en dan op de knop Info tikt, omvatten de beschikbare infovensters het volgende: Vulling, Streep, Schaduw, Tekstpositie, Lettertype, Geometrie, Verbindingen en Notities.

  • Wanneer u Lijn selecteert en dan op de knop Info tikt, omvatten de beschikbare infovensters het volgende: Streep, Lijn, Schaduw, Verbindingen en Notities (Pro).

Deze infovensters worden kort als volgt beschreven:

Verbindingen
Pas aan hoe het object reageert ten opzichte van andere objecten op het canvas.
Vulling
Kies een effen kleur of pas een mooie gradiënt toe. Tik om de info over de vulling weer te geven.
Lettertype
Pas de lettertypefamilie, het letterbeeld en de grootte van uw tekst aan.
Geometrie
pas de eigenschappen, zoals de locatie en rotatie, van het object aan.
Afbeelding
Plaats een afbeelding van uw Fotobibliotheek op het canvas of in een bestaande vorm.
Vorm
Kies een nieuwe vorm voor uw object, inclusief voor de objecten die u mogelijk in de vrije hand-modus hebt gemaakt. Tik om de info over de vorm weer te geven.
Schaduw
Voeg een schaduw toe aan uw vorm. De schaduw kan onmiddellijk onder de vorm of onder alles op de laag verschijnen.
Streep
Pas de rand aan rond uw object of laat deze verdwijnen. Tik om de info over de streep weer te geven.
Tekstpositie
Pas de lay-out van de tekst aan ten opzichte van de vorm.
Notities (Pro)
Voeg een beschrijving en een sleutel/waardepaar van metagegevens toe aan het geselecteerde object.

Elk van deze infovensters wordt beschreven in de volgende secties.

Wijzigingen aan een vulling aanbrengen

Met vullingen beschikt u over een fantastische manier om een vorm of canvas toe te voegen. Schuif of tik op een Vulstijl in de carrousel om een vulling te kiezen. Dit kan een effen kleur, een mooie gradiënt of helemaal niets zijn. De verschillende vulstijlen tonen verschillende opties.

Vulstijlen

Kies Geen vulling om de binnenkant van uw vorm leeg te laten. (Canvassen hebben deze optie niet omdat ze niet doorzichtig kunnen zijn.) Alle objecten achter een vorm zullen zichtbaar zijn.

Kies Effen vulling om een uniforme kleur toe te passen op de binnenkant van uw vorm. Tik op de kleurbron om een kleur te kiezen en meer kleuropties te zien.

Kies een lineaire vermenging om een gradiënt in twee kleuren te maken of een dubbele lineaire vermenging voor een gradiënt in drie kleuren. De kleuren verschijnen aan de uiteinden van uw vorm en lopen samen in het midden.

Kies een radiale vermenging om een cirkelvormige gradiënt in twee kleuren te maken of een dubbele radiale vermenging voor een gradiënt in drie kleuren.

Gradiënten hebben meer opties dan een effen vulling:

  1. Tik op de kleurbronnen om een kleur te kiezen voor elk deel van uw gradiënt. Om de kleuren te vervangen, tikt u op de knop Wissel om tussen de bronnen. (De wisselknop is niet aanwezig in de dubbele vermengingen.)

  2. Sleep de schuifregelaar om de vermenging naar een bepaalde zijde te verplaatsen.

  3. Sleep het mengrotatiewiel om een hoek in te stellen voor de gradiënt. Tik op de cel om de graad van de hoek in te voeren.

Wijzigingen aan een streep aanbrengen

Het gaat hier over de lijn (of lijnen) die rond uw object is (zijn) getekend. OmniGraffle heeft meerdere verschillende strepen voor verschillende mensen; schuif of tik op een streepstijl in de carrousel om een streep voor uw object te kiezen.

Streepstijl

Wanneer u Geen streep kiest, wordt de rand rond uw vorm verwijderd. (Dit is geen optie voor lijnen.)

Met Enkele streep wordt één lijn rond uw object toegevoegd en met Dubbele streep worden er twee lijnen toegevoegd, met één kleur ertussen.

De verschillende streeptypes hebben iets andere opties:

  1. Tik op de kleurbron om de kleuropties voor elk deel van uw gradiënt te kiezen. Voor dubbele strepen, geeft de kleur links de buitenste kleuren van de streep aan en de kleur rechts de binnenste kleur van de streep.

  2. Tik op de knoppen aan beide zijden van de dikte-indicator om de dikte van de streep te verhogen of te verlagen. U kunt ook gewoon een waarde in de cel typen.

  3. Schuif of tik op het streepjespatroon onderaan om streepjes aan uw streep toe te voegen.

Wijzigingen aan een lijn aanbrengen

Lijnen tonen snel de relatie tussen vormen en andere objecten, maar kunnen ook onafhankelijk worden gebruikt. Selecteer de lijn en kies Lijninfo om aanpassingen aan te brengen.

Het infovenster Lijn

Tik op het gesegmenteerde bedieningselement om uw lijn op te geven als Recht, Gebogen of Orthogonaal.

Om een eindtype te kiezen, veegt of tikt u in de carrousel om uw keuze te maken. De bovenste carrousel verandert de koppijl (het startpunt) en de onderste carrousel verandert de staartpijl (het eindpunt).

Wijzig de hoekradius om de bogen in uw lijn afgeronder of rechter te maken. Tik op de knoppen aan beide zijden of tik op de cel in het midden om een radius in te voeren.

Wijzigingen aan een vorm aanbrengen

Vormen zijn tweedimensionale objecten die u kunt toevoegen aan uw canvas. Veeg om te scrollen en door de lijst te bladeren. De objecten zijn geordend volgens hun gemeenschappelijke kenmerken en aanpasbaarheid.

Het infovenster Vorm

Als er een vorm is geselecteerd op het canvas, moet u op een andere vorm in de lijst tikken om zijn vorm te wijzigen.

Aanpasbare vormen hebben handgrepen die kunnen worden gesleept om elementen toe te voegen aan of te verwijderen uit de vorm. U kunt bijvoorbeeld het aantal punten op de ster verhogen of verlagen.

Wijzig de hoekradius om de hoeken van uw vorm mooi af te ronden of rechter te maken. Om de hoekradius incrementeel te wijzigen, tikt u op de knoppen op de zijden van de cel. Tik in de cel om een waarde in te voeren.

Wijzigingen aan een schaduw aanbrengen

Schaduwen zijn een fantastische manier om wat diepte en textuur aan uw diagram toe te voegen.

Het infovenster Schaduw
  1. Tik op het gesegmenteerde bedieningselement bovenaan om: de schaduw van uw object te verwijderen; een schaduw onmiddellijk onder het object toe te voegen; of een schaduw onder alle objecten op die laag toe te voegen.

  2. Als uw object een schaduw heeft, tikt u op de kleurbron om de ondoorzichtigheid te wijzigen en de kleuropties voor uw schaduw te verkennen.

  3. Sleep de schuifregelaar voor het vervagen naar links voor een scherpere schaduw of naar rechts om de schaduw te vervagen.

  4. Sleep de indicator van de schaduwpositie om de schaduw te verplaatsen of tik in de cellen om de verschuivingen voor x en y in te voeren.

Wijzigingen aan de tekstpositie aanbrengen

Via het gedeelte voor de tekstpositie kunt u instellingen opgeven voor de relatie van uw tekst ten opzichte van de vormen en de objecten eromheen.

Het infovenster Tekstpositie
  1. Tik op de marge-indicators (links en rechts van de cellen) om de breedte of hoogte van de marges voor uw tekstobject te vergroten of te verkleinen. Tik in een cel om een waarde in te voeren.

  2. Tik op de knoppen Links, Centreren of Rechts (de bovenste groep van gesegmenteerde bedieningselementen) om de uitlijning van de tekst te wijzigen.

  3. Tik op de knoppen Boven, Centreren of Onder (de middelste groep van gesegmenteerde bedieningselementen) om de verticale positie van de tekst in de vorm te wijzigen.

  4. Tik op de knoppen Overlap, Verberg of Passend maken (de onderste set van gesegmenteerde bedieningselementen) zodat de tekst: de vorm overlapt; wordt bijgesneden als de tekst niet in de vorm past; of de grootte van de vorm wijzigen zodat de tekst past.

  5. Tik op de knop Regelterugloop in vorm om de breedte van de tekst te beperken tot de breedte van de vorm.

Wijzigingen aan het lettertype aanbrengen

In het gedeelte lettertype-info geeft u de tekststijl op voor uw label.

Het infovenster Lettertype
  1. Om de lijst met lettertypen weer te geven, tikt u op de naam van de lettertypefamilie. Kies een aanbevolen lettertype om de leesbaarheid en gemeenschappelijke kenmerken te garanderen. Voor lettertypen van alle seizoenen, kunt u scrollen om de volledige lijst te zien.

  2. Om een letterbeeld te kiezen, kiest u een lettertypefamilie en tikt u op de optie Letterbeeld om een lijst met letterbeelden weer te geven (zoals vet of cursief).

  3. Om uw lettertype te vergroten of te verkleinen, tikt u op de knoppen links en rechts van Lettergrootte of tikt u in het midden om een formaat te definiëren.

Wijzigingen aan de geometrie aanbrengen

In het gedeelte Geometrie kunt u objecteigenschappen, zoals de positie, de grootte en de rotatie, aanpassen.

Het infovenster Geometrie
  1. Om de horizontale positie van uw object te wijzigen, tikt u op de knoppen links en rechts van de horizontale positie-indicator. Tik in het midden om een positie te definiëren door te typen.

  2. Om de verticale positie van uw object te wijzigen, tikt u op de knoppen links en rechts van de verticale positie-indicator. Tik in het midden om een positie te definiëren door te typen.

  3. Om de rotatie van uw object te wijzigen, tikt u op de knoppen voor links en rechts draaien. De knoppen zullen het object draaien in stappen van 15 graden. Tik in het midden om een graad voor de rotatie te definiëren door te typen.

  4. Om een object te spiegelen, tikt u op de knoppen voor verticaal of horizontaal spiegelen.

  5. Om de breedte van het object te wijzigen, tikt u op de knoppen links en rechts van de breedte-indicator. Tik in het midden om een breedte te definiëren door te typen.

  6. Om de hoogte van het object te wijzigen, tikt u op de knoppen links en rechts van de hoogte-indicator. Tik in het midden om een hoogte te definiëren door te typen.

  7. Om de verhouding tussen de hoogte en breedte te behouden tijdens het uitvoeren van aanpassingen, schakelt u Beeldverhouding behouden in. Tik hiervoor op de schakelaar zodat deze blauw wordt en Aan weergeeft. Tik opnieuw om de optie uit te schakelen.

  8. Om de verhouding tussen de inhoud van het object en het object zelf te behouden, schakelt u Beeldverhouding behouden in en tikt u vervolgens op de schakelaar Schaalinhoud zodat deze blauw oplicht en Aan weergeeft. Tik opnieuw om de optie uit te schakelen.

  9. Als er meer dan één object is geselecteerd en de objecten verschillende waarden hebben, toont de inspecteur twee streepjes (--) in plaats van een waarde.

Wijzigingen aanbrengen aan verbindingen

Verbindingen zijn een kenmerk van vormen en lijnen waarmee objecten verbonden blijven. Gebruik verbindingsinformatie terwijl een vorm of lijn is geselecteerd om aanpassingen aan te brengen.

Verbinding info 1
  • Terwijl een lijn is geselecteerd: door te tikken op Aansluitbaar op objecten, Plaatsen op midden vorm en Accepteer verbindingen, kunt u deze verbindingen toestaan of verbieden.

    Verbinding info 2
  • Terwijl een vorm is geselecteerd: gebruik Accepteer verbindingen om de verbindingen in en uit te schakelen. De magneten van alle objecten zijn standaard uitgeschakeld. Als u magneten wilt toepassen op een object, tikt u op Geen magneten en worden de opties voor het plaatsen van de magneet beschikbaar. Tik op een van de opties om aan te passen hoe de verbindingen inwerken op de vorm.

    Info Verbindingen
    Magneetverbindingen
  • Terwijl een lijn, vorm of groep is geselecteerd: er wordt een combinatie van twee onderdelen voorgesteld. Gebruik de sectie Groepen om op te geven of wilt verbinden met de rand of de componenten.

    Het infovenster Verbindingen wanneer verschillende objecten zijn geselecteerd

Werken met afbeeldingen

Afbeeldingen hebben veel gemeen met vormen. U kunt veel identieke eigenschappen aan afbeeldingen toevoegen, zoals een streep of een schaduw. In het gedeelte met de afbeeldingsinfo kunt u opgeven hoe u de afbeelding wilt weergeven:

Het infovenster Afbeelding
  1. Gebruik de gesegmenteerde bedieningselementen bovenaan om de afbeeldingslay-out op te geven. Wanneer u de randgrootte van het object dat de afbeelding bevat wilt wijzigen: kies de natuurlijke grootte; rek de afbeelding uit om de vorm te vullen; of deel de afbeelding binnen de vorm.

  2. Als uw afbeelding niet is uitgerekt, gebruikt u het bedieningselement Grootte om de afbeelding te vergroten of te verkleinen met de knoppen links en rechts van het bedieningselement. U kunt ook in de cel tikken om een waarde in te voeren.

  3. Gebruik de schuifregelaar Ondoorzichtigheid om de afbeelding doorzichtig te maken. De afbeelding is standaard volledig ondoorzichtig.

  4. Tik op de knoppen Vervang afbeelding of Verwijder afbeelding om de afbeelding respectievelijk te vervangen of te verwijderen.

  5. U kunt de eigenschappen van de afbeelding ook direct op het canvas aanpassen. Tik en tik daarna opnieuw om een schuifregelaar weer te geven voor het aanpassen van de afbeeldingsgrootte. Als de lay-out van uw object zijn natuurlijke grootte heeft, kunt u op de afbeelding tikken, dan opnieuw tikken en vervolgens slepen om de afbeelding binnen de vorm te verplaatsen.

Werken met tabellen (Pro)

Tabellen vormen een fantastische manier om snel informatie in te voeren en door te geven. Een tabel maken:

  1. Voeg een vorm toe aan uw canvas (als er nog geen is) en selecteer deze.

  2. Tik en houd uw selectie vast en laat deze vervolgens los. Tik op Meer in het contextmenu dat verschijnt en tik vervolgens op Maak tabel.

  3. OmniGraffle groepeert en schikt de vormen automatisch in een tabel. De tabel zal één kolom hebben en evenveel rijen als er vormen zijn in uw originele selectie. Als er bijvoorbeeld drie vormen zijn geselecteerd, zult u één kolom en drie rijen hebben.

Meer rijen of kolommen toevoegen:

  1. Tik op de tabel om deze te selecteren.

  2. Sleep de handgreep aan de rechterzijde om meer kolommen toe te voegen. Gebruik de handgreep onderaan om meer rijen toe te voegen. Alle extra rijen zullen overeenkomen met de laatste vorm van de originele tabel. Als Rij 1 bijvoorbeeld een cirkel was en Rij 2 een vierkant, zullen alle nieuwe rijen vierkanten zijn.

  3. Als u liever een menu gebruikt, tikt en houdt u de tabel vast en laat u deze vervolgens los. Tik op Meer in het contextmenu dat verschijnt en tik vervolgens op Voeg kolom toe of Voeg rij toe.

  4. Labels toevoegen: selecteer een individuele vorm in de tabel en dubbeltik vervolgens om het toetsenbord te tonen.

De kleuropties verkennen

OmniGraffle heeft een overvloed aan kleuropties waaruit u kunt kiezen. Tik op een kleurenbron (of de knop Meer kleuren indien beschikbaar) om paletten weer te geven op basis van kleurselecties van andere mensen die succesvol zijn gebleken.

Het infovenster Kleuren

Tik op de knoppen HSV, RGB en Grijsschalen om te verfijnen:

HSV
Wijzig de tint, verzadiging, waarde en ondoorzichtigheid van uw selectie.
RGB
wijzig de rode, groen en blauwe waarden van een kleur, samen met zijn ondoorzichtigheid.
Grijsschalen
wijzig de witwaarde van uw selectie en de ondoorzichtigheid.

Chapter 7

Basis tekenen

U hebt nu de gelegenheid gekregen om kennis te maken met de interface van OmniGraffle en u hebt de Documentbrowser verkend. Het is nu tijd om al die kennis om te zetten in een goede praktijk. Het is nu tijd om een nieuw document te maken en een paar zaken die u hebt geleerd, uit te proberen.

Een nieuw document maken:

  1. Ga naar het scherm Locaties.
  2. Selecteer de map waarin u het bestand wilt opslaan.
  3. Tik op de knop Voeg toe in de knoppenbalk bovenaan op het scherm.
  4. Kies een sjabloon uit een van de acht vooraf geïnstalleerde sjablonen of uit de sjablonen die u hebt gemaakt of toegevoegd aan OmniGraffle. Om te kunnen meevolgen, kiest u nu best de derde sjabloon in de eerste rij, Automatische grootte - pixels.
Kies een sjabloon

Nadat u de sjabloon hebt gekozen, opent OmniGraffle een nieuw document (met de naam Mijn diagram, maar u kunt dit later wijzigen).

Een nieuw document met een zwart canvas

De andere knoppen in de knoppenbalk omvatten:

  • Tik op de knop Canvassen om de zijbalk Canvassen aan de linkerzijde te verbergen of weer te geven. Hier beheert, creëert en verwijdert u Canvassen en lagen in uw document.

    OmniGraffle met de zijbalk Inhoud open

    U kunt ook schakelen tussen de weergave Lijst of Stijlen, wat werkelijk handig is als u wijzigingen wilt aanbrengen aan een reeks objecten die een soortgelijke stijl hebben. Voor die ene instantie weet u wanneer uw manager de vulkleur wil wijzigen van aubergine (#3d0734) naar groengeel (#c1f80a).

  • Tik op de knop Info om details te ontdekken over het canvas waarop u werkt. Als u een object hebt geselecteerd op het canvas, is dit ook de plaats waar u toegang krijgt tot de infovensters.

    Het venster Info
  • Tik op de knop Figuren om de bibliotheek Figuren te openen. Gebruik de bibliotheek Figuren om objecten te zoeken en naar het Canvas te slepen, of om online te zoeken naar nieuwe figuren in Stenciltown.

    Het venster Figuren

U hebt nu de gelegenheid gehad de knoppen in de knoppenbalk te bestuderen. Het is nu tijd om de tekengereedschappen tevoorschijn te halen voor een kleine testrit.

Vormen toevoegen

Een vorm is een tweedimensionaal object dat u toevoegt aan uw canvas. U kunt de vorm een speciale stijl geven door bijvoorbeeld een mooie gradiënt of kleur toe voegen. U kunt een label ook toevoegen aan een vorm. U kunt vormen het snelst toevoegen door ze te slepen vanaf het figuurpalet:

  1. Tik op het vormgereedschap om het gereedschap Vormen te selecteren.

  2. Tik met één vinger op het canvas en sleep uw vinger om een vorm te tekenen.

    Een vorm tekenen op het canvas

    Wanneer u op het canvas tekent, toont OmniGraffle de afmetingen van de vorm die u tekent, evenals zijn x/y-positie op het canvas.

Als u liever een van de vooraf geïnstalleerde figuren wilt gebruiken, tikt u op het pictogram Figuren in de balk bovenaan. Dit opent een menu waar u elke figuur kunt selecteren. U kunt dubbeltikken op een figuur om deze toe te voegen aan het canvas:

Dubbeltikken om een figuur toe te voegen aan het canvas

Of u kunt een figuur aanraken en vasthouden en deze dan naar het canvas slepen:

Tik op een figuur en sleep deze naar het canvas

Als u een figuur naar het canvas sleept, verdwijnt het menu Figuren en verschijnen blauwe uitlijningsbalken die u helpen het object op het canvas te positioneren. Roze uitlijningsbalken helpen u bij het horizontaal en verticaal centraal positioneren van het object.

U kunt ook aangepaste vormen maken:

  1. Tik op de knop Vrije hand om het vrije hand-gereedschap te activeren. Vergeet niet dat u ook kunt dubbeltikken op een gereedschap om het permanent te maken, bijv. de knop Vrije hand in de permanente gebruiksmodus.

  2. Gebruik uw vinger (of uw favoriete pen) om te tekenen op het canvas.

    Een kleine tekening voor mijn vrienden

U kunt uw vormen selecteren en aanpassen met de infovensters door in de bovenste balk te tikken op de knop knop Info. Hier hebben de het "hoofd" voor het smileygezicht geselecteerd en een gele verloopvulling toegevoegd.

Een vulstijl toevoegen aan een object met het infovenster Vulling

U kunt de afbeelding ook toevoegen aan het canvas via het menu Figuren:

  1. Tik op de knop Figuren om het menu Figuren te openen.

  2. Tik bovenaan in het menu Figuren op het Camerapictogram.

    Open het menu Figuren

    Als u OmniGraffle nog geen toegang hebt verleend tot uw app Foto's, ziet u de volgende waarschuwing.

    OmniGraffle waarschuwt u als het geen toegang heeft tot uw Foto's.

    Om OmniGraffle toegang te verlenen, dubbeltikt u op uw iPad op de Home-knop. Zoek en open Instellingen, tik vervolgens links op Privacy en zet dan de schakelaar voor OmniGraffle aan.

    Het tabblad Privacy in de app Instellingen

    Dubbeltik nu opnieuw op de Home-knop en schakel terug naar OmniGraffle.

  3. Nadat u op Cameraknop hebt getikt, schuiven sommige opties omhoog vanaf de onderkant van het menu Figuren:

    • Tik op Maak foto om de camera van de iPad te gebruiken.
    • Tik op Kiest bestaand om een afbeelding te kiezen uit uw fotobibliotheek.
    • Tik op Gebruik laatste om OmniGraffle de laatste afbeelding die aan uw fotobibliotheek werd toegevoegd, te plaatsen.
    Kies een optie voor het plaatsen van een afbeelding
  4. Als u op Kies bestaand tikt, schuift een paneel Foto's in het menu. Vanaf hier kunt u op uw iPad kiezen tussen Alle foto's of Recent toegevoegde foto's.

    Kies waar een foto moet worden genomen
  5. Schuif tot slot door de afbeeldingen en tik op de afbeelding die u wilt toevoegen aan het canvas.

    Tik om een afbeelding toe te voegen aan het canvas

    Het menu Figureren verdwijnt en de afbeelding wordt op het canvas geplaatst.

    Een afbeelding van Enceladus, een van de manen van Saturnus

U kunt de afbeelding verder wijzigen met de infovensters. Selecteer eerst de afbeelding en tik dan in de navigatiebalk op de knop Info. Dit opent het menu Infovensters van waaruit u een willekeurig aantal stijlen en effecten kunt toepassen op de afbeelding.

Objecten verbinden met lijnen

Verbindingen zijn lijnen tussen objecten die vaak helpen de relatie tussen objecten te verduidelijken. Verbindingen tussen objecten maken:

  1. Dubbeltik op de knop Vormen zodat u enkele objecten op het canvas kunt tekenen. Enkele rechthoekige vormen zouden moeten volstaan.

    Vormen tekenen op het canvas

    Let op de lichtblauwe hulplijnen voor formaataanpassing langs de objecten. Deze verschijnen wanneer u soortgelijke vormen op het canvas tekent zodat u hun grootte kunt afstemmen. (U kunt natuurlijk ook gewoon één vorm tekenen en het object dan kopiëren en plakken door de bewegingen tikken en vasthouden.)

  2. Tik op de knop Lijn om het gereedschap Lijn te activeren.

  3. Een lijn tekenen tussen vormen: sleep van de ene vorm naar de volgende.

    Een lijn tekenen tussen twee vormen
  4. Een niet-gekoppelde lijn tekenen: sleep over het canvas.

    Een lijn tekenen met het lijngereedschap

De eindpunten van de lijn aanpassen:

  1. Tik en houd een eindpunt van uw lijn vast...

    Sleep een eindpunt van de lijn naar een andere locatie

    ... en sleep het vervolgens naar de nieuwe gewenste locatie:

    Het verplaatste eindpunt van de lijn

    Kijk hoe het eindpunt op het beginpunt van de andere lijn klikt wanneer de lijnen elkaar naderen.

Labels toevoegen

Labels zijn tekstobjecten die aan vormen en lijnen zijn gekoppeld. Ze worden doorgaans gebruikt voor het definiëren van een object of de relatie ertussen.

U kunt ook onafhankelijke tekstblokken toevoegen op het canvas met het gereedschap Tekst (het gereedschap Tekst). Dergelijke tekstblokken zijn onafhankelijk van de andere objecten op het canvas tenzij u ze groepeert.

Om een label aan een vorm toe te voegen, dubbeltikt u op de vorm. De standaardtekst Label verschijnt reeds gemarkeerd zodat u gewoon tekst kunt invoeren om het object een correcte naam te geven.

Een label toevoegen aan objecten op het canvas

De knop Verberg toetsenbordWanneer u klaar bent met typen, tikt u onderaan rechts op het toetsenbord van uw iPad op de knop Verberg toetsenbord. Als u een Bluetooth-toetsenbord gebruikt, drukt u op Esc om de tekst die u hebt ingevoerd, te accepteren.

Als u ooit een label moet bewerken, hoeft u alleen te dubbeltikken op het label om het te selecteren en vervolgens de benodigde wijzigingen aanbrengen. Als u een bepaald teken moet invoegen of verwijderen, kunt u een tekstobject aanraken en vasthouden en dan de top van uw vinger gebruiken om het invoegpunt te verplaatsen naar een andere locatie in de tekst.

Een label aan een lijn toevoegen:

  1. Dubbeltik op een lijn en een tekstlabel verschijnt.

    Een lijn met een nieuw onbewerkt label
  2. Voer wat tekst in om de actie die aan de richting van de lijn is gekoppeld, te beschrijven.

    Een lijn met een nieuw label
  3. Om de positie van het label op de lijn aan te passen, tikt u op de knop Info om het infovenster te openen.

    Het menu Infovensters, geopend door op de knop Info te tikken.

    U kunt het volgende doen:

    • het infovenster Vulling gebruiken om een achtergrondkleur toe te voegen aan het label.
    • het infovenster Tekstpositie gebruikt om de positie en tekstuitlijning aan te passen.
    • het infovenster Lettertype om de tekengrootte, stijl en kleur te wijzigen.
    • het infovenster Geometrie gebruiken om het label te draaien indien dat nodig is.
    • het infovenster Notities gebruiken om aanvullende informatie over het label of de objecten waarmee het verbinding maakt, toe te voegen.

Tip
Als u ook tekst moet toevoegen aan een object, lijn of het canvas, hoeft u alleen te dubbeltikken op het onderdeel dat tekst vereist en OmniGraffle vervult uw wens.

Controlepunten en curven toevoegen aan een lijn

Alle vormen van tekenen beginnen met een basislijn. En hoewel het gereedschap Lijn het voor u gemakkelijk maakt een rechte lijn te tekenen, zijn er momenten wanneer u een lijn in een hoek moet plaatsen of moet buigen om het gewenste effect te bekomen. Hiervoor hebt u controlepunten nodig. Zoals de naam het zegt, geeft een controlepunt u meer controle over het uiterlijk en de stijl van de lijn.

Een controlepunt aan een lijn toevoegen:

  1. Tik op het selectiegereedschap en selecteer de lijn.

    Selecteer de lijn waaraan u een controlepunt wilt toevoegen
  2. Tik op de knop Lijn om het puntwijzigingsgereedschap te activeren.

    Een lijn waaraan een controlepunt is toegevoegd
  3. Tik op Een punt toevoegen om het gereedschap Voeg punt toe te kiezen. Tik dan op de lijn waar u een nieuw controlepunt wilt plaatsen. Een kleine blauwe ruit verschijnt op de plaats waar u hebt getikt op de lijn.

    Een lijn waaraan een controlepunt is toegevoegd
  4. Om een controlepunt langs de lijn te verplaatsten, tikt u op het puntselectiegereedschap gebruiken om het puntselectiegereedschap te gebruiken en tik en sleep dan het controlepunt langs het canvas.

    Tikken en vasthouden om een controlepunt langs een lijn te schuiven

U kunt zoveel controlepunten als u wilt toevoegen aan een lijn (zolang alles past natuurlijk). Na het toevoegen van de controlepunten, kunt u het uiterlijk van de lijn verder wijzigen met het infovenster Lijn.

Het infovenster Lijn

U kunt bijvoorbeeld de lijn veranderen van Recht naar Gebogen om een golvende lijn te krijgen. U kunt deze ook veranderen van Rechts naar Bézier zodat u probleemloos prachtig gebogen lijnen kunt maken.

Een lijn met een complexe Bézier-curve

Ziek Werken met Bézier-curven verder in dit hoofdstuk voor meer details over Bézier-curven.

Objecten selecteren, grootte wijzigen en verplaatsen

Zodra u enkele objecten aan het canvas hebt toegevoegd, zult u mogelijk enkele zaken moeten verplaatsen om de juiste configuratie te verkrijgen. Hiervoor hebt u in de eerste plaats het selectiegereedschap nodig.

Tik eerst in de knoppenbalk Start Tekening op het selectiegereedschap om het te activeren.

  • Om een object te selecteren, hoeft u er alleen op te tikken.

  • Om alles op het canvas te selecteren, tikt en houdt u het canvas een tweetal seconden vast en laat u het vervolgens los. Net boven de plaats waar u hebt gedrukt, verschijnt een contextmenu. Tik op Selecteer alles in het menu.

    Selecteert alle objecten op het canvas.
  • Om meerdere objecten op het canvas te selecteren, tikt en houdt u het canvas vast (niet loslaten). Wanneer de selectie-indicator verschijnt, sleept u over de objecten die u wilt selecteren.

    Objecten slepen en selecteren op het canvas

    U kunt ook met één vinger tikken op een object en het vasthouden terwijl u met andere vinger op andere objecten tikt, zodat u één object per keer kunt toevoegen aan uw selectie.

    Individueel geselecteerde objecten op het canvas
  • De grootte van een object (of groep objecten) wijzigen:

    • Selecteer de objecten waarvan u de grootte wilt wijzigen.
    • Tik en houd een van de grepen vast en sleep ze vervolgens om de grootte te wijzigen (groter of kleiner). Als het object een vorm of label is, verschijnt een display op het canvas met de afmetingen van de selectie.
  • Om een grootte op te geven zonder te slepen, tikt u op het object en gebruikt u het infovenster Geometrie om de hoogte en breedte op te geven. U kunt ook de opties Behoud verhouding en Schaalinhoud onderaan in het infovenster Geometrie inschakelen om zeker te zijn dat uw objecten er optimaal blijven uitzien.

    Het infovenster Geometrie
  • Een object verplaatsen: tik en houd het object vast en sleep het dan rond het canvas tot u een geschikte plaats ervoor vindt. Als het object verbindingen heeft, gaan ook de verbindingslijnen mee met de beweging.

Het contextmenu goed gebruiken

Wanneer u tikt op het object of canvas en het vasthoudt, verschijnt een zwart-wit contextmenu boven het onderdeel dat u hebt aangeraakt. Net als de contextmenu's die u op uw Mac vindt, biedt dit menu snelkoppelingen voor algemene zaken die u moet doen.

Een contextmenu op een geselecteerd object

Als u tikt op het canvas en het vasthoudt, biedt het contextmenu u deze opties:

  • Selecteer alles selecteert alles op het canvas.
  • Volledig scherm verbergt alles behalve het canvas. Kies deze optie voor wanneer u een ongehinderd overzicht wilt van uw werk of als u wilt pronken met de creaties die u hebt gemaakt in OmniGraffle. Om de navigatie- en tekengereedschappen terug te krijgen, tikt en houdt u het canvas vast en kiest u vervolgens Sluit volledig scherm in het menu.
  • Een derde optie Plak verschijnt in het contextmenu van het canvas als er iets is gekopieerd of geknipt naar het klembord.

Opties die u zult vinden in het contextmenu wanneer u één object selecteert, zijn:

  • Knip
  • Kopieer
  • Selecteer alles
  • Plak (als er al iets op het klembord staat)
  • Verwijder
  • Vergrendel/ontgrendel
  • Plaats achteraan
  • Maak tabel (Pro)
  • Kopieer stijl
  • Volledig scherm/Sluit volledig scherm

Als u tot slot meerdere objecten hebt geselecteerd en tikt en vasthoudt om het contextmenu te onthullen, krijgt u alle vorige opties, plus Groepeer of Degroepeer.

Door het gebruik van het contextmenu kunt u veel tijd besparen voor het uitvoeren van taken waarvoor u anders een sneltoets zou gebruiken wanneer u met OmniGraffle op uw Mac werkt.

Werken met Bézier-curven

Bij OmniGraffle gaat het niet alleen om het maken van stroomschema's en diagrammen. Het is een volledig ontwikkelde app voor het maken van afbeeldingen. Met wat oefening kunt u snel het tekenen van complexe vormen in OmniGraffle onder de knie krijgen. En zodra u die mooie dingen op uw canvas hebt, kunt u de infovensters gebruiken om objecten de gewenste stijl te geven.

In deze minicursus ziet u hoe u een basisvorm (een driehoek) kunt maken en dit kunt omvormen tot een blad. Volg gewoon mee...

  1. Tik vanaf uw favoriete map op de knop Toevoegen om een nieuw document te maken.

  2. Kies de sjabloon Automatische grootte - pixels.

  3. Tik in de navigatiebalk op de knop Figuren om het menu Figuren te openen.

  4. Selecteer Vormen.

  5. In de lijst van normale vormen, dubbeltikt u op de driehoek die hier wordt weergegeven om deze toe te voegen aan het canvas.

    Het menu Figuren
  6. Tik op een willekeurige plaats op het canvas om het menu Figuren te laten verdwijnen.

U hebt nu een alleenstaande driehoek die naar rechts wijst op het canvas. Ja, we weten al dat u denkt "Hoe ga ik in hemelsnaam dat omvormen tot een blad?!". Even geduld. We komen er wel.

De eenzame driehoek die binnenkort een blad wordt

De volgende taak is het draaien van de driehoek zodat deze omhoog is gericht (of toch in die richting).

  1. Knijp om in en uit te zoomen op de driehoek. Uw zoomfactor kan variëren. Het punt hier is voldoende in te zoomen zodat u een beweging met twee vingers kunt gebruiken om het object te draaien.

    Inzoomen op het canvas
  2. Gebruik twee vingers tegelijk om de driehoek aan te raken en vast te houden. Draai voorzichtig met uw vingers. Als u een omhoog gerichte blauwe pijl ziet, neemt u een van de vingers van het display en gebruikt u uw andere vinger om de driehoek naar rechts te draaien. U kunt de rotatiehoek zien in de balk Infovenster. Hier hebben we de hoek ingesteld op 285 graden.

    De driehoek draaien met een draaiende beweging met twee vingers

    Nu kunnen we aan de slag met Béziers. Vive la Béziers!

  3. Terwijl de driehoek is geselecteerd, tikt u op het gereedschap Vrije hand om de puntwijzigingsgereedschappen te gebruiken. Als u het puntwijzigingsgereedschap selecteert, worden de drie punten van de driehoek nu bewerkbare controlepunten. We gaan die drie punten nu omzetten naar Bézier-curven.

  4. Tik en houd het bovenste controlepunt van de driehoek vast. Er zijn enkele zaken die nogal snel gebeuren, dus laten we ze hier stapsgewijs overlopen:

    • Wanneer u het bovenste controlepunt aanraakt en vasthoudt, beweegt een blauwe ruit rond het punt om dat controlepunt te isoleren. Dit is om aan te geven dat u het punt kunt rondslepen om de vorm van de driehoek te wijzigen. Maar doe dat niet, want er is nog werk aan de winkel.

      Een blauwe ruit omcirkelt het bovenste controlepunt.
    • Wanneer u het bovenste controlepunt aantikt en vasthoudt, verandert het blauwe vierkant in een rode ruit. Dit geeft aan dat u kunt slepen om dit punt om te zetten in een Bézier-punt:

      Een blauwe ruit omcirkelt het bovenste controlepunt.
    • Als u het bovenste controlepunt blijft aantikken en vasthouden verandert de rode ruit in een kruissymbool. Dit geeft aan dat het controlepunt tijdelijk op zijn positie is vergrendeld en dat u de Bézier-controlebalk kunt slepen.

      Een kruissymbool verschijnt boven het geselecteerde controlepunt.
    • Sleep uw vinger naar rechts om het controlepunt om te zetten in een Bézier-curve. Een rode Bézier-controlebalk volgt uw vinger wanneer u deze weg van het controlepunt sleept.

      De Bézier-controlebalk die weg van het controlepunt wordt gesleept

    Zoals eerder vermeld gebeurt dit allemaal in een handomdraai (nu ja, misschien twee handomdraaien), maar het is belangrijk dat u begrijpt wat er hier gebeurt. Als u bijvoorbeeld alleen maar een controlepunt wilde vastnemen en slepen om de vorm van de driehoek te wijzigen, zou u alleen moeten wachten tot de blauwe driehoek boven het punt verschijnt.

  5. Zet de twee resterende controlepunten om in Bézier-curven. Het resultaat zou er als volgt moeten uitzien:

    De vroegere driehoek waarvan de punten zijn omgezet in curven

Na het omzetten van alle controlepunten naar Bézier, ziet het geheel er een beetje uit als een ei. Maar met enkele kleine ingrepen zult u zien dat deze vreemde kleine cirkel plots meer vorm krijgt. Experimenteer met de verschillende Bézier-punten op de cirkel:

  • Sleep de Bézier-grepen naar binnen of buiten om de kromming van het blad precies goed te krijgen.

  • Dubbeltik tussen de bestaande controlepunten om meer toe te voegen indien nodig.

  • Als u slechts één zijde van de Bézier moet aanpassen, tikt en houdt u eerst een van de Bézier-grepen en tikt en houdt* u vervolgens ergens anders op het canvas met uw andere vinger. Die extra vinger die u net hebt toegevoegd, vergrendelt het controlepunt van de Bézier-curve, zodat u de andere vinger kunt ronddraaien om hoekige of meer schuine curven te creëren.

    Een hoekige curve
  • Om een scherp punt te maken met een curve aan de andere zijde, tikt en houdt u een van de Bézier-grepen en tikt en houdt u vervolgens een andere vinger op een andere plaats op het canvas om het controlepunt te vergrendelen. Sleep nu met de vinger die de Bézier-greep controleert, deze naar binnen naar het controlepunt. U hebt nu nog een eenzijdige Bézier-curve over.

    Een eenzijdige Bézier-curve

Na enkele ingrepen en door nog enkele lijnen toe te voegen, kan uw blad er tot slot als volgt uitzien:

Het afgewerkte blad

Dit zijn enkele gereedschappen en infovensters die u zult nodig hebben:

  • Gebruik het infovenster Verbindingen op de rand van het blad om alle mogelijke verbindingen uit te schakelen. Hierdoor kunt u de lijnen voor de hoofdnerf en de aderen plaatsen waar u ze wilt hebben.
  • Gebruik het gereedschap Lijn om de hoofdnerf en de aderen te maken.
  • Gebruik het infovenster Lijn om eindpunten van de lijnen te verwijderen.
  • Gebruik het infovenster Streep om de puntgrootte van de lijnen te variëren.
  • Gebruik het infovenster Streep om de stijl van de bladrand te wijzigen naar Vrije hand.
  • Gebruik het infovenster Vulling om een dubbele lineaire gradiënt toe te passen op het blad.
  • Gebruik knijpbewegingen om in en uit te zoomen op het canvas terwijl u de hoofdnerf en de aderen van het blad plaatst.

En als u iets echt te gek maakt en u denkt dat ook andere OmniGraffle-gebruikers van uw creatie kunnen genieten, stuur uw werk dan als een figuur naar Stenciltown.

Interactief werken met objecten met het actiegereedschap (Pro)

Met acties kunt u interacties tussen objecten in uw OmniGraffle-documenten toewijzen. Acties doen zaken, zoals het openen van een URL of het verbergen van een laag of canvas wanneer op een object wordt geklikt. Dit maakt van OmniGraffle een krachtig gereedschap voor het maken van prototypes van websites en appdesigns, waar u de interacties tussen de verschillende elementen wilt tonen.

Dit gedeelte toont u alleen de basis van de manier waarop Acties werken in OmniGraffle. Een meer gedetailleerde zelfstudie over het gebruik van de acties van OmniGraffle komt er later dit jaar.

Laten we eraan beginnen...

Types acties

Er zijn vier acties die u kunt instellen op een object:

  • Een cirkel met een schuine streep erdoor Doet niets: Zoals de naam van deze actie impliceert, gebeurt er niets bij het toewijzen van of tikken of klikken op dit object. Dit is hetzelfde als het niet instellen van een actie op een object (de standaardstatus van een object), behalve als u het nodig vindt bijvoorbeeld een niet-actie toe te wijzen aan de achtergrond voor een website waarvan u een prototype maakt.
  • Een apenstaartje Opent een URL: Hiermee kunt u een URL instellen die moet worden geopend wanneer op dit object wordt getikt of geklikt.
  • Een pijl met een haak aan de linkerzijde Springt naar andere plaats: Hiermee kunt u bepalen of een object u naar een ander canvas zal brengen wanneer erop wordt getikt of geklikt.
  • Een oogpictogram Toont of verbergt lagen: Hiermee kunt u de zichtbaarheid instellen van een laag wanneer op dit object wordt getikt of geklikt.

En wanneer u een actie toewijst aan een object, krijgt dat object een kleine badge waardoor OmniGraffle-gebruikers weten dat ze op het object kunnen tikken en er iets mee kunnen doen:

  • De actiebadge Opent een URL — Als u op een object met deze badge tikt, opent de toegewezen URL in Safari op iOS of in de standaardbrowser van de gebruiker op de Mac.
  • De actiebadge Springt naar andere plaats — Als u op een object met deze badge tikt, schakelt u naar het aangegeven canvas binnen hetzelfde document.
  • De actiebadge Toont of verbergt lagen — Als u op een object met deze badge tikt, wordt de aangegeven laag verborgen of weergegeven op hetzelfde canvas.

Nadat u een actie hebt toegewezen aan een object, ziet het er niet echt anders uit. Daarom kunt u zich later afvragen welke objecten welke actie hebben. Gelukkig voor u hebben we een manier toegevoegd waarmee u deze badges kunt zien:

  • — Door op deze knop te tikken, worden de actiebadges weergegeven die zijn toegewezen aan objecten op het canvas.
  • De knop Actiebadges verbergen — Door op deze knop te tikken, worden de actiebadges verborgen die zijn toegewezen aan objecten op het canvas.

Acties voor een hoofdnerf ondernemen

Om deze uit te testen, begint u met het tekenen van een los vierkant en plaatst u drie extra kopieën van het vierkant op het canvas in een verschoven patroon. Voeg dan labels toe aan elk vierkant en nummer ze van 1 tot 4, zoals dit:

Zes vierkanten op het canvas in een verschoven patroon

Om te helpen aantonen hoe Acties werken, zijn er enkele extra instellingen. Volg hiervoor deze stappen:

  1. Als de zijbalk Canvassen niet open is, tikt u op de zijbalkknop Canvassen
  2. Tik en houd Canvas 1 vast om het contextmenu te openen en tik dan op Dupliceer.
    Het canvas dupliceren

    Dit plaatst een exacte kopie van de vier vierkanten op een ander canvas (Canvas 2 genoemd).

    Het gedupliceerde canvas, nu Canvas 2 genoemd.
  3. Gebruik het infovenster Vulling om kleuren toe te wijzen aan elk van de vier vierkanten op Canvas 2:
    De vier gekleurde vierkanten op Canvas 2
  4. Tik op Canvas 1 en tik en houd vervolgens Laag 1 vast om het contextmenu te openen:
    Het contextmenu

    Dupliceer Laag 1 twee keer en orden de lagen dan opnieuw zodat ze in numerieke volgorde verschijnen.

    De drie lagen van Canvas 1 worden weergegeven in numerieke volgorde
  5. Verberg lagen 1 en 3 door links van de laagnaam te tikken op het oogpictogram.
  6. Tik om Laag 2 te selecteren
    Laag 2 geselecteerd
  7. Tik om het derde vierkant te selecteren en geef het een vulkleur via het infovenster Vulling:
    Het derde vierkant op Laag 2 heeft nu een lichtgroene kleur als vulling
  8. Verberg Laag 2 en maak Laag 3 zichtbaar door op hun respectieve knoppen voor de zichtbaarheid van de laag te tikken oogknop. Net als bij de vorige stap wijst u een vulkleur van uw keuze toe aan het derde vierkant.
    Het derde vierkant op Laag 3 heeft nu een lichtblauwe kleur als vulling
  9. Tik tot slot om Laag 1 te selecteren en maak dan lagen 1 en 2 opnieuw zichtbaar door te tikken op hun respectieve oogpictogrammen-knoppen.
    Het OmniGraffle-document met twee canvassen en drie lagen in canvas 1

Nu het diagram is opgemaakt, kunnen we enkele acties toewijzen aan deze vierkanten.

  1. Box 1: tik om Box 1 te selecteren en tik dan op de knop Info om de infovensters te openen.
    1. Tik in de lijst van infovensters op Acties en tik dan op Opent een URL.
    2. Voer een URL in voor uw favoriete website in het veld dat verschijnt, zoals:
      Een URL-object instellen op een object

      Tik op Gereed wanneer u klaar bent met het invoeren van de URL. Dit slaat de actie op het vierkant op.

  2. Box 2: tik om Box 2 te selecteren en tik dan op de knop Info om de infovensters te openen.
    1. Tik in de lijst van infovensters op Acties en tik dan op Springt naar andere plaats.
    2. U heb nu drie mogelijkheden om te kiezen waar het tikken op een vierkant u brengt:
      • Schakel over naar vorig canvas
      • Schakel over naar volgend canvas
      • Schakel over naar bepaald canvas

      Aangezien u werkt op de vierkanten op Canvas 1, tikt u op Schakel over naar volgend canvas en vervolgens op Gereed.

      De actie Springt naar andere plaats instellen op het tweede vierkant
  3. Box 3: Zorg dat u op Canvas 1, Laag 1 bent. Tik om Box 3 te selecteren en tik dan op de knop Info om de infovensters te openen.
    1. Tik in de lijst van infovensters op Acties en tik dan op Toont of verbergt lagen. U ziet nu de drie lagen weergeven waaronder u een actie kunt instellen voor de zichtbaarheid. Om te starten is voor elke laag Geen ingesteld als de te ondernemen actie (d.w.z. dat er nu niets gebeurt als u erop tikt).
    2. Stel de acties van Laag 1 als volgt in:
      • Laag 1: Verberg.
      • Laag 2: Toon.
      • Laag 3: Verberg.
      De acties voor laag 1
    3. Open de zijbalk Canvassen (tik op de zijbalkknop Canvassen) en tik dan om Canvas 1, Laag 2 te selecteren. Tik op oogknop om de laagzichtbaarheid voor Lagen 1 en 3 te verbergen.
      De instelling voor het werken op de acties voor Laag 2
    4. Sluit indien nodig de zijbalk Canvassen en stel de acties voor Laag 2 als volgt in:
      • Laag 1: Verberg.
      • Laag 2: Verberg.
      • Laag 3: Toon.
      De acties voor laag 2
    5. Open de zijbalk Canvassen (tik op de zijbalkknop Canvassen) en tik dan om Canvas 1, Laag 3 te selecteren. Tik op oogknop om de laagzichtbaarheid voor Lagen 1 en 2 te verbergen.
      De instelling voor het werken op de acties voor Laag 3
    6. Sluit indien nodig de zijbalk Canvassen en stel de acties voor Laag 3 als volgt in:
      • Laag 1: Toon.
      • Laag 2: Verberg.
      • Laag 3: Verberg.
      De acties voor laag 3
  4. Schakel tot slot terug naar Canvas 1, Laag 1.

We begrijpen dat dit veel werk is voor een snelle demo. Als u de tijd hebt genomen om dit allemaal te doen, hebt u een korte pauze verdiend.

Om de acties die u net hebt toegewezen uit te voeren, dubbeltikt u op het actiegereedschap om het kleverig te maken (Als de knop van het actiegereedschap kleverig is, wordt de achtergrond donkerder groen). Als u dat doet, zult u een lege actiebadge (een lege actiebadge) zien onder het canvas:

Een lege actiebadge verschijnt in het midden van de knoppenbalk onder het canvas

Wanneer u op de lege actiebadge tikt, verandert de knop naar de knop actiebadges verbergen, maar nu zult u zien welke acties aan elke vierkant zijn toegewezen.

De actiebadges verschijnen nu in het rechterbenedenhoek van de eerste drie vierkanten

Als u dit correct hebt gedaan, gebeurt het volgende wanneer u op elke box tikt:

  • Box 1: Uw iOS-apparaat schakelt naar Safari en probeert de URL die u hebt toegewezen als de actie Opent een URL te openen. (Om terug te keren naar OmniGraffle, dubbeltikt u op de startknop op uw iOS-apparaat en tikt u vervolgens op het OmniGraffle-pictogram.)
  • Box 2: Uw document schakelt naar Canvas 2. Om terug te keren naar Canvas 1, tikt u op Box 2 op Canvas 2.
  • Box 3: als u herhaaldelijk op Box 3 tikt, gaat u door de verschillende lagen van Canvas 1 en verandert de kleur van Box 3 terwijl u doorheen de lagen gaat.
  • Box 4: Helemaal niets! We stellen nooit een actie in voor Box 4. Er gebeurt dus niets wanneer u op deze box tikt.

Zoals u hebt gezien kunnen Acties bijzonder nuttig zijn voor het weergeven van interacties binnen uw diagrammen. Ze kunnen werken over meerdere canvassen en lagen binnen hetzelfde document. Dit is echt nuttig voor het maken van prototypes van de UI/UX van een mobiele app. En in het geval u een prototype maakt van een nieuwe websitedesign, kunt u de actie Opent een URL instellen om actieve websites te openen die u helpen bij het illustreren van uw interactiemodel.

Chapter 8

Hulp krijgen

Wanneer u hulp nodig hebt, ongeacht of u probeert uit te zoeken hoe lagen werken of als u een ander probleem hebt met OmniGraffle, is het goed om weten dat de ondersteuningsdienst van de Omni Group altijd beschikbaar is om u bij te staan met raad en daad.

De OmniGraffle-website

De OmniGraffle-website is altijd een goede plaats om de meest recente informatie over OmniGraffle te vinden.

Op zoek naar meer figuren? Bezoek Stenciltown!

Met de versie van OmniGraffle 2 voor iOS en OmniGraffle 6.1 voor Mac, hebben we een nieuw lid verwelkomd in de OmniGraffle-familie: Stenciltown.

Forums

Omni Group organiseert online forums voor al onze producten, en u bent welkom! U kunt daar vragen stellen en ideeën uitwisselen met andere gebruikers en de medewerkers van Omni.

E-mailondersteuning

Als u er niet uitkomt of als u een goed idee hebt voor de volgende versie van OmniGraffle, of als u ons alleen wilt laten weten hoe u over ons denkt, kunt u ons altijd een e-mail sturen. Kies Help ▸ Stuur reactie in de menubalk om een aan ons geadresseerd bericht op te stellen of stuur ons gewoon een e-mail met uw bedenkingen. We nemen de ondersteuning serieus, dus kunt u een snelle, niet-geautomatiseerde reactie verwachten.

Versiegegevens

Voor zeer gedetailleerde informatie over wat er in elke kleinere versie van OmniGraffle is veranderd, gaat u naar het scherm Locaties, tikt u op en kiest u vervolgens Versiegegevens in het menu.